Les 3: Via Vervolg thema 3 Spelling & Grammatica

Spelling en grammatica
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spelling en grammatica

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat weten we nog?

- Onderwerp
- Persoonsvorm
- voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Als je een vraagzin maakt, dan komt de persoonsvorm vooraan.
A
Waar
B
Niet waar
C
Weet ik niet
D
Wat is een vraagzin?

Slide 3 - Quiz

De persoonsvorm is een werkwoord
A
klopt
B
klopt niet

Slide 4 - Quiz

De persoonsvorm is het belangrijkste .... in de zin
A
werkwoord
B
onderwerp
C
bijwoord
D
voltooide tijd

Slide 5 - Quiz

De ijsbeer heeft in de sneeuw gerold.

Wat is de persoonsvorm?
A
De ijsbeer
B
heeft
C
in de sneeuw
D
gerold

Slide 6 - Quiz

Verwaarloosde de man zijn hond expres?

Wat is de persoonsvorm?
A
Verwaarloosde
B
de man
C
zijn hond
D
expres

Slide 7 - Quiz

Het onderwerp kan je vinden door:

wie of wat doet iets in de zin?
A
Waar
B
Niet waar
C
Huh?
D
Wat?

Slide 8 - Quiz

Het meisje geeft haar hond een koekje.

Wat is het onderwerp?
A
Het meisje
B
geeft
C
haar hond
D
een koekje

Slide 9 - Quiz

Op de markt in het dorp verkopen de boeren hun zelfgemaakte kaas.

Wat is het onderwerp?
A
Op de markt in het dorp
B
verkopen
C
de boeren
D
hun zelfgemaakte kaas

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb.........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb..............
kraken - ik heb...........
zoenen - ik heb..........

 Ezelsbruggetje:        TaXiKoFSCHiP       of     'T SeXyFoKSCHaaP

Slide 12 - Slide

Waarvoor kun je
TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP
gebruiken?
A
het onderwerp vinden
B
de persoonsvorm vinden
C
het voltooid deelwoord goed schrijven
D
weet ik niet

Slide 13 - Quiz

Zit de letter in:

TaXiKoFSCHiP of 'T SeXyFoKSCHaaP

dan komt er bij voltooide tijd een .............. achter:
A
- t
B
- d
C
- dt
D
- en

Slide 14 - Quiz

Voltooide tijd van: ruiken
A
Ik heb geruikt
B
Ik heb geruikd
C
Ik heb geroken
D
Ik heb geruiken

Slide 15 - Quiz

Voltooide tijd van: fokken
A
ik heb gefokd
B
ik heb gefokt
C
ik weet het niet

Slide 16 - Quiz

Voltooide tijd van: kweken
A
ik heb gekweekt
B
ik heb gekweekd
C
ik weet het niet

Slide 17 - Quiz

Voltooide tijd van:

verwaarlozen
A
ik heb verwaarloosd
B
ik heb verwaarloost
C
ik weet het niet

Slide 18 - Quiz

Kijk mee op bladzijde 223 Opdracht 12

Slide 19 - Slide

bewegen 
ik 
ik heb 
bijten
ik
ik heb
drinken
ik
ik heb
fluiten
ik
ik heb
kruipen
ik
ik heb
zwemmen
ik
ik heb
zoeken
ik
ik heb
drijven
ik
ik heb
graven
ik
ik heb
lijden
ik
ik heb

Slide 20 - Slide

Kijk mee op bladzijde 225    

Slide 21 - Slide

En nu door naar opdracht 15...

Slide 22 - Slide

Het nieuwe dierenasiel is heel mooi geworden.

Slide 23 - Open question

Bart is op tijd vertrokken naar de bloemenveiling.

Slide 24 - Open question

Mijn ouders hebben dit weekend in de tuin gewerkt.

Slide 25 - Open question

De aap kan door Stichting Aap worden opgevangen.

Slide 26 - Open question

Mijn vriendin vindt het circus zielig voor dieren.

Slide 27 - Open question

Francien wil werken in het tuincentrum.

Slide 28 - Open question

Ceylan wil werken bij een dierenarts.

Slide 29 - Open question

Megan heeft gisteren de stallen schoongemaakt.

Slide 30 - Open question

Mijn broer kan heel goed met honden omgaan.

Slide 31 - Open question

Ik wil voor mijn verjaardag een feestje op de manege geven.

Slide 32 - Open question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 33 - Drag question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Mijn vriend

een film over de Noordpool

gezien.

heeft

gisteren

Slide 34 - Drag question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Patrick

morgen

beginnen

gaat

aan een wandeltocht van 200 kilometer.

Slide 35 - Drag question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Ik

ben

net

gegaan.

naar de manege

Slide 36 - Drag question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

Wij 

hebben

een mooie boswandeling

gemaakt

Slide 37 - Drag question

Onderwerp
Persoonsvorm
Werkwoordelijk
gezegde

In de tuin van mijn buren 

groeit

een zeldzame plant.

Slide 38 - Drag question

Huiswerk:
Mapopdracht: 
Opdracht 12 t/m 16
Studiemeter: Via vervolg thema 3 Planten & dieren:
- Spelling en Grammatica helemaal

Slide 39 - Slide