Kijk goed om je heen en let op gevaren voor je jezelf, het slachtoffer en omstanders. Denk bijvoorbeeld aan bewegende voorwerpen of mensen, verkeer, agressieve mensen, brand en instortingsgevaar van het gebouw.
De veiligheid kun je verhogen door bijvoorbeeld sigaretten te laten doven, een veiligheidsvest aan te trekken, het verkeer om te leiden, de motor van de auto uit te zetten of de elektriciteit uit te schakelen.