Hoofdstuk 4 is ingedeeld in vier thema's: Italiaanse hoven, Rome, Het Franse hof en Theater.
Blader het hoofdstuk door om een eerste indruk te krijgen.
Beschrijf voor elk van de thema's in een paar zinnen wat ze vertellen over de kunst en de tijd.
-
Italiaanse hoven: deze hoven zijn belangrijke opdrachtgevers voor kunst (muziek, dans, beeldend en architectuur). Aan de hoven gaat het om wellevendheid en eruditie. Dit stimuleert de goede smaak en de ontwikkeling van de kunst. Hoven spiegelen zich aan de klassieke cultuur.
- Rome: is de hoofdstad van de Katholieke Kerk. Pausen willen de macht van de kerk uitstralen in architectuur en kunst en kiezen voor een klassiek georiënteerd repertoire. De Katholiek Kerk is in concurrentiestrijd met protestantse bewegingen, zij kiest voor een triomferende vormgeving om gelovigen te ‘verleiden’/’dwingen’.
- Franse hof: Lodewijk de XIV is een machtig vorst die alles bepaalt. Kunsten worden een belangrijk middel voor het benadrukken van de macht van de koning en zijn staat. De koning stelt regels waaraan de kunst moet voldoen. Ook aan het hof wordt volgens strenge regels geleefd. Lodewijk neemt Italiaanse hoven als voorbeeld en kiest voor klassieke vormgeving. Dans en muziek worden belangrijke kunstvormen.
- Theater: Mede dankzij de hofcultuur in Italië, Frankrijk en Engeland worden spelers en gezelschappen steeds professioneler. Met name in Engeland worden theatergezelschappen belangrijke cultuurdragers. Het theater refereert aan klassieke theatervormen uit de Oudheid.