Het weer Fase 2

Het weer Fase 2
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolBasisschoolLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Het weer Fase 2

Slide 1 - Slide

Welk seizoen is het op de foto?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
Het is najaar.
B
Het is herfst.
C
Het is lente.
D
Het is winter.

Slide 2 - Quiz

het weer
het weerbericht
mistig
het onweer
de bui
the weather
foggy
bad weather
the rainshower
the weather forecast

Slide 3 - Drag question

januari
mei
augustus
november
winter
lente
zomer
herfst

Slide 4 - Drag question

Gesprek
Luister naar het gesprek tussen René en Olivier.
Geef antwoord op de vragen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Welk woord past bij de ...............
René: Hé, goedemorgen.
Olivier: Hé René, je kunt hier zitten.
René: Wat een weer, hè?
Olivier: Ja, ja, ben je erg nat?
René: Nee hoor, dat valt wel mee. Ik had gelukkig een ...............
A
regenjas
B
muts
C
jas
D
paraplu

Slide 7 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

Olivier: Eh … blijft het de hele ....................... regenen?
René: Nou, ik geloof het wel.
A
week
B
dag
C
middag
D
maand

Slide 8 - Quiz

Wat voor weer is het vandaag volgens de conversatie?
A
Het regent
B
Het sneeuwt
C
De zon schijnt
D
Het hagelt

Slide 9 - Quiz

Wat voor weer wordt het morgen volgens de conversatie?
A
Het gaat regenen.
B
Het gaat sneeuwen.
C
De zon gaat schijnen.
D
Het gaat onweren.

Slide 10 - Quiz

Wat wordt de temperatuur morgen?
A
23 graden
B
24 graden
C
22 graden
D
32 graden

Slide 11 - Quiz

Welke foto past bij het weer van vandaag? foto 1 of foto 2?

Slide 12 - Open question

Welke foto past bij het weer van morgen? foto 1 of foto 2?

Slide 13 - Open question

Wat voor weer is het op de foto?
A
De zon schijnt en het is bewolkt.
B
Het is mistig en de zon schijnt.
C
Het is zonnig.
D
Het is bewolkt.

Slide 14 - Quiz

Wat voor weer is het op de foto?
A
Het is bewolkt.
B
Het regent.
C
Het sneeuwt.
D
Het hagelt.

Slide 15 - Quiz

Wat voor weer is het op de foto?
A
Het is bewolkt.
B
Het regent.
C
Het sneeuwt.
D
Het hagelt.

Slide 16 - Quiz

Wat voor weer is het op de foto?
A
Het is bewolkt.
B
Het regent.
C
Het stormt.
D
Het onweert.

Slide 17 - Quiz

Luister naar het telefoongesprek.
Je hoort Saïda en Nienke.
Geef antwoord op de vragen op de volgende slide.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Wat gaan Nienke en Saïda doen? foto 1 of foto 2


Slide 20 - Open question

Hoe laat spreken ze af? foto 1 of foto 2


Slide 21 - Open question

Wanneer gaan Nienke en Saida naar het park?
A
vanochtend
B
vanmiddag
C
vanavond
D
vannacht

Slide 22 - Quiz

Wat neemt Saida mee?
A
broodjes
B
koffie
C
frisdrank
D
kaas

Slide 23 - Quiz

Wat neemt Nienke mee? Er zijn twee goede antwoorden.
A
broodjes
B
koffie
C
frisdrank
D
kaas

Slide 24 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

Nienke: Neem wel een ............. mee. Het wordt later vanmiddag wel fris.

Slide 25 - Open question

Luister naar het weerbericht.

Geef antwoord op de vragen op de volgende slide.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Welk woord past bij de ...............

En dan nu het weer.
Het is vandaag op veel plaatsen ..............
A
mistig
B
bewolkt
C
zonnig
D
stormachtig

Slide 28 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

In het ............... laat de zon zich af en toe zien.
A
noorden
B
oosten
C
zuiden
D
westen

Slide 29 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

Het is een graad of ............
A
elf
B
twaalf
C
negen
D
tien

Slide 30 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

Morgen is er veel bewolking met in het ............. wat regen.
A
noorden
B
oosten
C
zuiden
D
westen

Slide 31 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

In het zuiden is het ................
A
regenachtig
B
droog
C
mistig
D
stormachtig

Slide 32 - Quiz

Welk woord past bij de ...............

Het wordt dan ........... graden.
A
tien
B
twaalf
C
elf
D
negen

Slide 33 - Quiz

Luister naar het gesprek tussen Marcia en Daan.

Geef antwoord op de vragen op de volgende slide.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Wat wordt de temperatuur op vrijdag?
A
20 graden
B
21 graden
C
22 graden
D
23 graden

Slide 36 - Quiz

Op welke dag gaat het onweren?
A
op woensdag
B
op donderdag
C
op vrijdag
D
op zaterdag

Slide 37 - Quiz

Luister naar het gesprek tussen Arzu en Petra.

Geef antwoord op de vragen op de volgende slide.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Wat voor een jas heeft Petra aan?
A
een regenjas
B
een zomerjas
C
een winterjas
D
een tussenjas

Slide 40 - Quiz

Hoeveel graden wordt het vandaag?
A
15 graden
B
16 graden
C
17 graden
D
18 graden

Slide 41 - Quiz

Het is bijna ........
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 42 - Quiz

Petra en Arzu hebben geschaatst.
waar of niet waar?

Slide 43 - Open question

Wat is 'spring' in het Nederlands?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
voorjaar
B
najaar
C
lente
D
herfst

Slide 44 - Quiz

1. Het is zo’n mooi ………!

A
mistig
B
weer
C
graden
D
regen

Slide 45 - Quiz

2. M’n winterjas is te ……… .


A
groot
B
zon
C
storm
D
graden

Slide 46 - Quiz