M&A - Hoofdstuk 2 (26) aangepast

Mens      en
Activiteit
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mens      en
Activiteit

Slide 1 - Slide

12 - 18 jaar
4 - 6 jaar

6 -12 jaar
2 -4 jaar
1 - 2 jaar

0 - 1 jaar

Slide 2 - Drag question

Wat betekent het als een baby eenkennig wordt?
A
Een achterstand in de sociale ontwikkeling.
B
Gaat huilen als een vreemde aandacht geeft.
C
De baby lacht naar iedereen.
D
De baby herkent gezinsleden niet meer.

Slide 3 - Quiz


als je, je vinger in het handje van de bay legt doet hij zijn knuistje dicht

zodra een baby iets in zijn mond voelt begint hij te zuigen

Als je het wangetje van de baby aanraakt draait de baby zijn hoofdje
grijpreflex
zuigreflex
zoekreflex

Slide 4 - Drag question

Wat houdt de koppigheidsfase/ peuterpuberteit in?

Slide 5 - Open question

Wat is grove motoriek ?
A
Kleine bewegingen met je handen
B
Geen van de drie
C
Kleine en grote bewegingen
D
Grote bewegingen met romp, armen, benen en heel je lijf

Slide 6 - Quiz

Noem voorbeelden van fijne motoriek

Slide 7 - Open question

Wat hoort er bij de fijne motoriek en wat hoort bij de
 grove motoriek?
Fijne motoriek
Grove motoriek

Slide 8 - Drag question

Ontwikkelingsfasen
  • Lichamelijke ontwikkeling = Groei en bewegen van het lichaam (motorische ontwikkeling)

  • Cognitieve ontwikkeling = Ontwikkeling van denken, waarnemen, het geheugen, de spraak en taal (ook wel geestelijke ontwikkeling)

  • Sociale ontwikkeling = Omgang met anderen en emotionele ontwikkeling.

Slide 9 - Slide

Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?
Grove motorische ontwikkeling
Fijne motorische ontwikkeling
Geestelijke en sociale ontwikkeling
Fietsen
Samen lezen met je moeder
Spelen in een keukentje
Zwemmen
Op school spelen met klasgenoten
Knippen
Knutselen

Slide 10 - Drag question

Blz. 126/127

Slide 11 - Slide

Belastbaarheid (blz. 129)

  • Weet wat een persoon kan en mag

  • Stimuleer eigen regie van cliënten/patienten/zorgvragers
              --> wat een persoon zelf nog kan, vooral zelf laten doen!

  • De belastbaarheid kan wisselen per persoon

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Formeel
Informeel

Slide 14 - Drag question

Blz. 159

Slide 15 - Slide

Signaleren kan betekenen dat:
(blz. 159)
A
Je iets gezien hebt
B
Je iets gehoord hebt
C
A, B en D zijn goed
D
Je iets is op gevallen

Slide 16 - Quiz

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager

  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot evt acties

  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 17 - Slide

Zet onder het juiste kopje, verbaal of non-verbaal
VERBAAL
NON-VERBAAL
oogcontact
uiterlijk
kranten
kleding
whatsapp
woorden
Verkeersbord

Slide 18 - Drag question

Is Ross fine or not fine?
Vind hij het prima of niet?
A
Fine
B
Not fine

Slide 19 - Quiz

Wat is het verschil tussen een open en gesloten vraag? (blz. 162)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Wat is een gesloten vraag?
A
Wat wil je voor je verjaardag hebben?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Blz. 323

Slide 24 - Slide

Blz. 171 t/m 174

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide