Het Verteringsstelsel: Voedsel, energie en afvalproducten

Het Verteringsstelsel: Voedsel, energie en afvalproducten
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het Verteringsstelsel: Voedsel, energie en afvalproducten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je: de relatie tussen voedsel en het verteringsstelsel bij planten- en vleeseters beschrijven, de functie van het verteringsstelsel beschrijven en de delen van het verteringsstelsel noemen en hun functie(s) en werking beschrijven.

Slide 2 - Slide

Geef de leerdoelen aan het begin van de les om de studenten te helpen zich te concentreren op wat ze zullen leren.
Wat weet je al over de relatie tussen voedsel en het verteringsstelsel bij planten- en vleeseters?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Voedsel en darmkanaallengte
Planteneters hebben een langer darmkanaal dan vleeseters omdat planten moeilijker te verteren zijn. Dit betekent dat planteneters meer tijd nodig hebben om hun voedsel volledig te verteren.

Slide 4 - Slide

Gebruik afbeeldingen en diagrammen om de complexe onderwerpen duidelijker te maken.
Energieverlies
Bij het in stand houden van een organisme gaat energie verloren in afvalproducten en door verlies van warmte. Dit betekent dat organismen voortdurend energie nodig hebben om te overleven.

Slide 5 - Slide

Maak gebruik van praktische voorbeelden om de studenten te helpen deze concepten te begrijpen.
Het Verteringsstelsel
Het verteringsstelsel is verantwoordelijk voor het verwerken van voedsel en het verwijderen van afvalstoffen. Het bestaat uit het spijsverteringskanaal en de aanhangsels.

Slide 6 - Slide

Leg de basisprincipes van het verteringsstelsel uit en gebruik afbeeldingen om de verschillende onderdelen te illustreren.
Mond en Slokdarm
De mond is verantwoordelijk voor het verkleinen van voedsel en het mengen van voedsel met speeksel om het spijsverteringsproces te starten. De slokdarm transporteert voedsel naar de maag.

Slide 7 - Slide

Laat de studenten hun eigen mond- en slokdarmbewegingen voelen om dit proces beter te begrijpen.
Maag
De maag breekt voedsel af door gebruik te maken van maagzuur en enzymen. Het voedsel wordt omgezet in een vloeibare massa genaamd chymus.

Slide 8 - Slide

Gebruik afbeeldingen om de anatomie van de maag te laten zien en laat studenten de werking van maagzuur en enzymen begrijpen.
Dunne darm
De dunne darm is verantwoordelijk voor de absorptie van voedingsstoffen. De wanden van de dunne darm hebben kleine uitsteeksels genaamd villi die de oppervlakte van de darm verhogen en de hoeveelheid voedingsstoffen die kunnen worden opgenomen vergroten.

Slide 9 - Slide

Laat studenten de werking van de villi begrijpen en maak gebruik van diagrammen om de anatomie van de dunne darm te laten zien.
Lever en Alvleesklier
De lever produceert gal, die in de dunne darm wordt vrijgegeven om vetten af te breken. De alvleesklier produceert enzymen die helpen bij de afbraak van koolhydraten, eiwitten en vetten.

Slide 10 - Slide

Maak gebruik van afbeeldingen en diagrammen om de locatie en functie van de lever en alvleesklier te laten zien.
Dikke darm
De dikke darm is verantwoordelijk voor het absorberen van water uit onverteerde voedselresten en het vormen van ontlasting.

Slide 11 - Slide

Laat studenten de werking van de dikke darm begrijpen en gebruik afbeeldingen om de anatomie te laten zien.
Endeldarm en Anus
De endeldarm slaat ontlasting op totdat deze het lichaam verlaat via de anus.

Slide 12 - Slide

Laat studenten de locatie van de endeldarm en anus begrijpen en bespreek hoe ontlasting het lichaam verlaat.
Quiz
Test je kennis!

Slide 13 - Slide

Gebruik een quiz om te controleren of de studenten de belangrijkste concepten uit de les begrijpen. Geef de juiste antwoorden en leg eventuele fouten uit.
Samenvatting
Het verteringsstelsel is verantwoordelijk voor het verwerken van voedsel en het verwijderen van afvalstoffen. Bij het in stand houden van een organisme gaat energie verloren in afvalproducten en door verlies van warmte. Planteneters hebben een langer darmkanaal dan vleeseters omdat planten moeilijker te verteren zijn.

Slide 14 - Slide

Herhaal de belangrijkste concepten uit de les om studenten te helpen zich te concentreren op wat ze hebben geleerd.
Reflectie
Wat heb je vandaag geleerd over het verteringsstelsel en hoe het werkt?

Slide 15 - Slide

Stimuleer een discussie over wat de studenten hebben geleerd en wat ze nog willen weten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.