De Wondere Wereld van Scheikunde

De Wondere Wereld van Scheikunde
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Wondere Wereld van Scheikunde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat scheikunde is en kun je enkele basisbegrippen uitleggen.

Slide 2 - Slide

Geef de leerdoelen aan het begin van de les zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over scheikunde?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is scheikunde?
Scheikunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling, structuur en eigenschappen van stoffen en de veranderingen die ze ondergaan.

Slide 4 - Slide

Leg de definitie van scheikunde uit en benadruk het belang van scheikunde in ons dagelijks leven.
Chemie en scheikunde
Chemie en scheikunde worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen hetzelfde. Het gaat om de wetenschap van de stoffen en hun reacties.

Slide 5 - Slide

Leg uit dat chemie en scheikunde dezelfde betekenis hebben.
Stoffen en eigenschappen
Alles om ons heen bestaat uit stoffen. Stoffen hebben verschillende eigenschappen zoals kleur, geur, smaak en dichtheid.

Slide 6 - Slide

Laat voorbeelden zien van stoffen en bespreek hun eigenschappen.
Wat is het verschil tussen chemie en scheikunde?
A
Chemie gaat over de reacties tussen stoffen en scheikunde niet.
B
Scheikunde gaat over moleculen en chemie niet.
C
Er is geen verschil, beide betekenen hetzelfde.
D
Chemie is de studie van elementen en scheikunde niet.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Reacties tussen stoffen
Als stoffen met elkaar reageren, veranderen ze van samenstelling en kunnen er nieuwe stoffen ontstaan. Dit noemen we een chemische reactie.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat een chemische reactie is en laat voorbeelden zien van reacties tussen stoffen.
Wat gebeurt er als stoffen met elkaar reageren?
A
Ze veranderen van samenstelling en er kunnen nieuwe stoffen ontstaan.
B
Ze blijven hetzelfde
C
Ze verdwijnen
D
Ze worden kleiner

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Elementen en moleculen
Stoffen zijn opgebouwd uit elementen en moleculen. Elementen zijn de bouwstenen van stoffen en moleculen zijn de combinaties van elementen.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat elementen en moleculen zijn en laat voorbeelden zien van elementen en moleculen.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Het Periodiek Systeem
Het Periodiek Systeem is een overzicht van alle elementen en hun eigenschappen. Het is een belangrijk hulpmiddel in de scheikunde.

Slide 12 - Slide

Laat het Periodiek Systeem zien en bespreek de belangrijkste elementen en hun eigenschappen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is scheikunde?
A
De wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling, structuur en eigenschappen van stoffen en de veranderingen die ze ondergaan.
B
De wetenschap die zich bezighoudt met de structuur van stoffen.
C
De wetenschap die zich bezighoudt met de eigenschappen van stoffen.
D
De wetenschap die zich bezighoudt met de veranderingen van stoffen.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

uitleg circuit opdrachten
Jullie gaan dadelijk in 4 groepjes verschillende opdrachten uitvoeren: 
  • detective
  • verf maken
  • proefjes 'lucht'
  • proefjes zuur/basisch 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zuur/basisch
Zuur is een stof met een pH-waarde lager dan 7. Voorbeelden van zuren zijn citroensap en azijn.

Basisch is een stof met een pH-waarde hoger dan 7. Voorbeelden van basische stoffen zijn zeep en baking soda.

pH-waarde geeft aan hoe zuur of basisch een stof is. Het varieert van 0 tot 14, waarbij 0 zeer zuur is, 7 neutraal en 14 zeer basisch.

Slide 16 - Slide

Vraag de studenten om voorbeelden van zuren te noemen. Bespreek vervolgens de voorbeelden en hun pH-waarde.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe meet je de pH-waarde?
De pH-waarde kan worden gemeten met een pH-meter of pH-papier. Het pH-papier verandert van kleur afhankelijk van de pH-waarde van de stof.

Slide 18 - Slide

Doe een demonstratie van het gebruik van pH-papier en leg uit hoe het werkt.
Wat gebeurt er als je een zuur en een basische stof mengt?
Als je een zuur en een basische stof mengt, neutraliseren ze elkaar. Dit betekent dat de pH-waarde dichter bij 7 komt.

Slide 19 - Slide

Laat de studenten een experiment doen waarbij ze een zuur en een basische stof mengen en de pH-waarde meten.
Opdrachten Zuur / Basisch
  1. Opdracht ‘kleur van kurkama’ (zie werkblad)
  2. Bepalen PH waarde, gebruik hiervoor de PH sticks. Steek deze kort in de vloeistof en leg deze vervolgens op het plastic hoesje. Bepaal de PH waarde van Water, soda, melk en citroensap en schrijf deze op
  3. Mengen vloeistof: Probeer met deze vloeistoffen een vloeistof te mengen met PH waarde 7. Gebruik hiervoor de pipetten die bij de vloeistof horen  

(verdeel de opdrachten, 1 duo begint met opdracht 1, 1 duo met opdracht 2 en gaat vervolgens verder met 3. Het eerste duo sluit daar bij aan. )







Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten lucht

Drie verschillende opdrachten:
• Proefje - Blazen of gisten
• handschoen opblazen
• schuimend glas





Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Los het mysterie op!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

los het mysterie op
Deze opdracht doe je alleen of in tweetallen!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ontdek de chemie van verf!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

verf experiment
Deze opdracht doe je alleen of met zijn tweeën, 
In je groepje maakt twee/drie kinderen de verf met behangplaksel, de anderen maken de verf met bloem.
Vergelijk de verf!

Probeer zoveel mogelijk de verf te verbeteren!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Heb je zin in deze dag!
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions