Materialen KW11 - 8 Herhaling

1 / 21
next
Slide 1: Mind map
MaterialenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Mind map

Waaruit bestaan kunststoffen?
A
uit kristallen
B
uit koolstofatomen
C
uit ketenmoleculen
D
uit ethaan

Slide 2 - Quiz

Als grondstoffen voor de bereiding van kunststoffen komen in aanmerking de
alkenen/alkanen.
A
Alkanen
B
Alkenen

Slide 3 - Quiz

Alkenen kenmerken zich door:
A
Enkele C binding
B
Dubbele C binding.

Slide 4 - Quiz

Een elastomeer is een kunststof die
A
bij verwarming uithardt
B
bij verwarming plastisch wordt
C
na belasting helemaal terugveert
D
na belasting niet helemaal terugveert

Slide 5 - Quiz

Wat is een kenmerk van een thermoharder?
A
het polymeer heeft twee reactieve plaatsen
B
het polymeer heeft drie reactieve plaatsen
C
het polymeer bestaat uit korte ketens met zijtakken
D
het polymeer bestaat uit ketens die langs elkaar kunnen bewegen

Slide 6 - Quiz

Hoe is de relatie tussen de sterkten van een amorfe en een kristallijne kunststof van de zelfde soort?
A
de kristallijne kunststof is sterker
B
de amorfe kunststof is sterker
C
beide structuren zijn even sterk
D
dit is afhankelijk van de soort kunststof.

Slide 7 - Quiz

Waarom hebben spuitgietmatrijzen een deelnaad?
A
om het geheel te kunnen koelen
B
om het product te kunnen verwijderen
C
om ook grote producten te kunnen spuitgieten

Slide 8 - Quiz

Beoordeel de twee volgende beweringen op juistheid.
I Extruderen wordt toegepast bij thermoplastische kunststoffen.
II Extruderen is een discontinu proces.
A
alleen bewering I is juist
B
alleen bewering II is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
beide beweringen zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

Waarom is bij omzetlassen de insmelthoek kleiner dan de te buigen hoek?
A
Om zo een betere lasdruk te krijgen
B
Omdat dit goedkoper is dan een grotere hoek
C
Om minder buigkracht benodigd te zijn

Slide 10 - Quiz

Hoe buig je bij het omzetdruklassen van kunststofplaat, als je gebruikmaakt van een
drukbalk?
A
je buigt een hoek van 90°
B
je buigt een hoek kleiner dan 90°
C
je buigt een kokerprofiel

Slide 11 - Quiz

Wanneer gebruik je een aandrukrol?
A
bij het lassen van harde kunststoffen met een dunne lasdraad
B
bij het lassen van harde kunststoffen met een dikke lasdraad
C
bij het lassen van zachte kunststoffen met een dunne lasdraad
D
bij het lassen van zachte kunststoffen met een brede lasdraad

Slide 12 - Quiz

Bij het lassen van welke kunststoffen gebruik je een hulpwiel?
A
bij kunststoffen die een lage lastemperatuur nodig hebben
B
bij kunststoffen die van zichzelf erg slap zijn
C
bij kunststoffen die van zichzelf erg hard zijn
D
bij kunststoffen die een hoge lastemperatuur nodig hebben

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat vond je van de LessonUp's de afgelopen periode tov de standaard presentaties. op een schaal van 0 tot 10
010

Slide 21 - Poll