This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Mind map
Waaruit bestaan kunststoffen?
A
uit kristallen
B
uit koolstofatomen
C
uit ketenmoleculen
D
uit ethaan
Slide 2 - Quiz
Als grondstoffen voor de bereiding van kunststoffen komen in aanmerking de alkenen/alkanen.
A
Alkanen
B
Alkenen
Slide 3 - Quiz
Alkenen kenmerken zich door:
A
Enkele C binding
B
Dubbele C binding.
Slide 4 - Quiz
Een elastomeer is een kunststof die
A
bij verwarming uithardt
B
bij verwarming plastisch wordt
C
na belasting helemaal terugveert
D
na belasting niet helemaal terugveert
Slide 5 - Quiz
Wat is een kenmerk van een thermoharder?
A
het polymeer heeft twee reactieve plaatsen
B
het polymeer heeft drie reactieve plaatsen
C
het polymeer bestaat uit korte ketens met zijtakken
D
het polymeer bestaat uit ketens die langs elkaar kunnen bewegen
Slide 6 - Quiz
Hoe is de relatie tussen de sterkten van een amorfe en een kristallijne kunststof van de zelfde soort?
A
de kristallijne kunststof is sterker
B
de amorfe kunststof is sterker
C
beide structuren zijn even sterk
D
dit is afhankelijk van de soort kunststof.
Slide 7 - Quiz
Waarom hebben spuitgietmatrijzen een deelnaad?
A
om het geheel te kunnen koelen
B
om het product te kunnen verwijderen
C
om ook grote producten te kunnen spuitgieten
Slide 8 - Quiz
Beoordeel de twee volgende beweringen op juistheid. I Extruderen wordt toegepast bij thermoplastische kunststoffen. II Extruderen is een discontinu proces.
A
alleen bewering I is juist
B
alleen bewering II is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
beide beweringen zijn onjuist
Slide 9 - Quiz
Waarom is bij omzetlassen de insmelthoek kleiner dan de te buigen hoek?
A
Om zo een betere lasdruk te krijgen
B
Omdat dit goedkoper is dan een grotere hoek
C
Om minder buigkracht benodigd te zijn
Slide 10 - Quiz
Hoe buig je bij het omzetdruklassen van kunststofplaat, als je gebruikmaakt van een drukbalk?
A
je buigt een hoek van 90°
B
je buigt een hoek kleiner dan 90°
C
je buigt een kokerprofiel
Slide 11 - Quiz
Wanneer gebruik je een aandrukrol?
A
bij het lassen van harde kunststoffen met een dunne lasdraad
B
bij het lassen van harde kunststoffen met een dikke lasdraad
C
bij het lassen van zachte kunststoffen met een dunne lasdraad
D
bij het lassen van zachte kunststoffen met een brede lasdraad
Slide 12 - Quiz
Bij het lassen van welke kunststoffen gebruik je een hulpwiel?
A
bij kunststoffen die een lage lastemperatuur nodig hebben
B
bij kunststoffen die van zichzelf erg slap zijn
C
bij kunststoffen die van zichzelf erg hard zijn
D
bij kunststoffen die een hoge lastemperatuur nodig hebben
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat vond je van de LessonUp's de afgelopen periode tov de standaard presentaties. op een schaal van 0 tot 10