week 44 - werkwoorden

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• repetir los verbos
• practicar

Miércoles, 30 de octubre

yo

tú

él, ella, usted

nosotros/as

vosotros/as

ellos, ellas, ustedes

ik

jij

hij, zij, u

wij

jullie

zij, u

De persoonlijke voornaamwoorden

ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!

Leerdoel: werkwoorden

LA: pág.23

Persoonlijke vnw.

Soms staat het persoonlijk vnw. er niet

zoals je gewend bent maar staat er... 

Leerdoel: werkwoorden

Een naam = él, ella

Een naam + yo = nosotros

Een naam + tú = vosotros

Een naam + een naam = ellos

Módulo pág. 39

llamarse/ser/tener

yo

tú

él, ella, ud.

nosotros/as

vosotros/as

ellos, ellas, uds.

llamarse (heten)

me llamo

te llamas

se llama

nos llamamos

os llamáis

se llaman

ser (zijn)

soy

eres

es

somos

sois

son

tener (hebben)

tengo

tienes

tiene

tenemos

tenéis

tienen

Leerdoel: werkwoorden

LA: pág.23

llamarse/ser/tener

Vamos a practicar

• Ej. 4
• LE: pág. 14 ej. 1.24, 1.25, 1.26

LA: pág.23

Leerdoel: werkwoorden

https://puzzel.org/nl/memory/play?p=-OAS4R-m6Fg5HSJjKJAb

Sleep de Spaanse vertaling naar het bijpassende Nederlandse persoonlijke vnw.

ik

jij

hij

zij

u

wij

jullie

zij (mv)

u (mv)

tú

vosotros

él

ustedes

yo

ellos

nosotros

ella

usted

https://www.verbuga.eu/Esmi/

kies: 

ser, tener, llamarse

kies: 

presente