Les 5, Via Vooraf, Op weg naar 1F, Thema 1 Hst 2 Spelling en Grammatica,
Via vooraf , Op weg naar 1F
Thema 1, Hst 2.
Spelling en grammatica.
Toets
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Via vooraf , Op weg naar 1F
Thema 1, Hst 2.
Spelling en grammatica.
Toets
Slide 1 - Slide
Wat is een goed zin met de volgende woorden?
jaar-Anton-vakantie-dit-naar-op-gaat-Grienkenland
A
Dit jaar gaat Anton naar vakantie op Griekenland.
B
Anton gaat op dit jaar vakantie naar Griekenland.
C
Gaat Anton dit jaar op vakantie naar Griekenland?
D
Gaat Anton op Griekenland naar vakantie?
Slide 2 - Quiz
Typ de zin over. Gebruik daarbij hoofdletters en leestekens waar dat nodig is. gisteren hebben joop en anita in de vijver bij het station gezwommen
Slide 3 - Open question
Typ de zin over. Gebruik daarbij hoofdletters en leestekens waar dat nodig is. we gaan de eerste vrijdag van maart niet naar school
Slide 4 - Open question
Typ de zin over. Gebruik daarbij hoofdletters en leestekens waar dat nodig is. hoe lang heeft dennis jansen in groningen gewoond
Slide 5 - Open question
Welke zin is goed in zinsdelen verdeeld?
A
Ik sport /elke /week/ met een /vriendin.
B
Ik /sport /elke week/ met een vriendin.
C
Ik/ sport elke/ week/ met een vriendin.
D
Ik sport elke/ week/ met een/ vriendin.
Slide 6 - Quiz
Welke zin is goed in zinsdelen verdeeld?
A
Mijn zus/ heeft/ leuke herinneringen/ aan/ haar bruiloft.
B
Mijn zus heeft/ leuke/ herinneringen/ aan haar/ bruiloft.
C
Mijn/ zus/heeft leuke herinneringen/ aan/ haar bruiloft.
D
Mijn zus/heeft /leuke herinneringen/ aan haar bruiloft.
Slide 7 - Quiz
Welke zin is goed in zinsdelen verdeeld?
A
Ik/ heb/ de kaart/ opgestuurd.
B
Ik heb/ de/ kaart/ opgestuurd.
C
Ik heb de kaart/ opgestuurd.
D
Ik/ heb/ de/ kaart opgestuurd.
Slide 8 - Quiz
Welke zin is goed in zinsdelen verdeeld?
A
Hij/ heeft geen/ respect/ voor zijn vader.
B
Hij/ heeft /geen respect/ voor zijn vader
C
Hij/ heeft/ geen/ respect /voor/ zijn /vader
D
Hij heeft geen respect/ voor zijn /vader
Slide 9 - Quiz
Welke zin is goed in zinsdelen verdeeld?
A
Die jongen/ heeft/ de/ Marokkaanse/ nationaliteit.
B
Die/ jongen heeft/ de Marokkaanse/ nationaliteit.
C
Die jongen/ heeft de Marokkaanse/ nationaliteit.
D
Die jongen/ heeft/ de Marokkaanse nationaliteit.
Slide 10 - Quiz
Lees de woorden door. Maak met de woorden steeds een goede vraagzin. Zet een schuine streep tussen de zinsdelen. Begin elke zin met een hoofdletter. Eindig elke zin met het juiste leesteken.
mijn-jarig-moeder-volgende-is-week
Slide 11 - Open question
Lees de woorden door. Maak met de woorden steeds een goede vraagzin. Zet een schuine streep tussen de zinsdelen. Begin elke zin met een hoofdletter. Eindig elke zin met het juiste leesteken.
wij-opvoeding-gehad-goede-hebben-een
Slide 12 - Open question
Geef met je eigen woorden weer hoe jij denkt dat de toets is gegaan. Was het lastig?
Ben je klaar dan ga je verder met SCORE BEGRIJPEND LEZEN!