Wat hebben tekstverbanden en signaalwoorden met elkaar te maken?
1 / 39
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat hebben tekstverbanden en signaalwoorden met elkaar te maken?
Slide 1 - Open question
Welke tekstverbanden weet je nog?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Les bestaat uit 2 delen
Deel 1
Terugblik met oefeningen Deel 2
Verder met H5 - Het doel van een tekst
Zelfstandig aan de slag
Slide 4 - Slide
Leerdoel lesdeel 1
Je weet weer wat tekstdoelen, tekstverbanden en signaalwoorden zijn
Slide 5 - Slide
De terugblik
Wat weet je nog van...
Tekstdoelen
Tekstverbanden
Signaalwoorden
Slide 6 - Slide
Welke vier tekstdoelen zijn er ook alweer?
Slide 7 - Open question
Sleep het tekstsoort
naar het juiste tekstdoel
amuseren
informeren
overtuigen
activeren
advertentie
mop
betoog
nieuwsbericht
Slide 8 - Drag question
Tekstdoel
Aan de slag met opdrachten bij Lezen H.6
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 9 - Quiz
Tekstdoel
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 10 - Quiz
Tekstdoel
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen
Slide 11 - Quiz
Wat voor een soort activerende tekst zien we hier?
A
Affiche
B
Reclamefolder
C
Advertentie
D
Uitnodiging
Slide 12 - Quiz
Wat voor een soort activerende tekst zien we hier?
A
Affiche
B
Reclamefolder
C
Advertentie
D
Uitnodiging
Slide 13 - Quiz
Wat voor een soort activerende tekst zien we hier?
A
Affiche
B
Reclamefolder
C
Advertentie
D
Uitnodiging
Slide 14 - Quiz
In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil je......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren
Slide 15 - Quiz
Zoek zelf een afbeelding van een activerende tekst en plaats die hier
Slide 16 - Open question
Zoek zelf een afbeelding van een overtuigende tekst en plaats die hier
Slide 17 - Open question
'Hoewel' is een signaalwoord bij een.....
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 18 - Quiz
'Bijvoorbeeld' is een signaalwoord bij een.....
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 19 - Quiz
'Ondertussen' is een signaalwoord bij een.....
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 20 - Quiz
stuur zelf een afbeelding van een opsommend verband!!
Slide 21 - Open question
Leerdoel lesdeel 2
Verder met H5 over tekstdoelen
Slide 22 - Slide
H5 LezenHet doel van een tekst - bladzijde 140
Slide 23 - Slide
Lezen H.6
Een tekst bevat vaak foto's, tekeningen, schema's, (land)kaartjes en/of tabellen. Dit noem je ook wel illustraties. Met een illustratie kan de schrijver verschillende doelen hebben:
de tekst verfraaien
de aandacht trekken
informatie uit de tekst verduidelijken
informatie uit de tekst aanvullen
Slide 24 - Slide
De tekst verfraaien: de schrijver kiest een illustratie die bij de tekst past om de tekst een beetje op te leuken.
De aandacht trekken: de schrijver kiest voor een opvallende afbeelding bij de tekst, zodat de tekst opvalt en je deze gaat lezen.
Informatie uit de tekst verduidelijken: de schrijver zet bijvoorbeeld informatie uit de tekst overzichtelijk in een schema of tabel.
Informatie uit de tekst aanvullen: de schrijver laat bijvoorbeeld op een landkaartje zien waar de plek ligt die in de tekst genoemd wordt.