11.5 Weefselvloeistof en lymfe

11.5 Weefselvloeistof en lymfe
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

11.5 Weefselvloeistof en lymfe

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe benoemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Weefselvloeistof
Bloed stroomt door je bloedvaten en vervoert stoffen naar alle delen van het lichaam. 

Een deel van het vocht (bloedplasma) uit bloed komt buiten de bloedvaten terecht.

Daar noem je het weefselvloeistof.



Slide 6 - Slide

Weefselvloeistof
Weefselvloeistof zit om alle cellen van een weefsel heen. Stoffen die cellen nodig hebben kunnen ze uit de weefselvloeistof halen (zuurstof, voedingsstoffen)
 
en stoffen die ze niet nodig hebben geven ze af aan het weefselvloeistof (afvalstoffen, CO2).



Slide 7 - Slide

Weefselvloeistof
Als bloed bij de haarvaten komt wordt een deel van de bloedplasma de haarvaten uitgeperst (door de hoge bloeddruk!). Dit heet filtratie.

Hier zitten voedingsstoffen en zuurstof in opgelost.
Bloedcellen en grote eiwitten blijven achter.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Weefselvloeistof
De haarvaten nemen ook weer een groot deel van de weefselvloeistof op (resorptie) wanneer ze de organen uit gaan.

Dit komt door de hoge osmotische waarde van het bloed (door de eiwitten die zijn achtergebleven).

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Weefselvloeistof

Slide 14 - Slide

Weefselvloeistof
BINAS 84G

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Oedeem
Bij een oedeem hoopt weefselvloeistof zich op in de weefsels. 
Dit kan verschillende oorzaken hebben:
• De weefselvloeistof bevat een te hoge eiwitconcentratie. Dit kan ontstaan door het afsterven van cellen na een infectie.
• Het bloed bevat een te lage eiwitconcentratie.
• De bloeddruk is te hoog.
• Er is een verstopt lymfevat. Dit kan ontstaan door ontsteking of een parasiet.
• Er zijn lymfeklieren verwijderd.

Slide 17 - Slide

Uitwisseling met weefsels
Het verschil tussen de bloeddruk (BD) en de Colloïd Osmotische Druk (COD) levert de netto filtratiedruk (NFD).

Slide 18 - Slide

Lymfevaten
De colloïd osmotische druk is niet voldoende om alle vloeistof die uit het haarvat gefilterd is weer te resorberen.

Zonder lymfevaten zou er veel vocht in de organen achterblijven.

Slide 19 - Slide

Lymfevaten
Weefsels bevatten ook lymfevaten die vloeistof kunnen afvoeren.
Die lymfevaten maken deel uit het lymfevatenstelsel/lymfesysteem (vergelijkbaar met bloedvatenstelsel).

Vanaf het moment dat de vloeistof in een lymfevat zit heet het lymfe.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Lymfevaten
Lymfevaten bevatten net als aders kleppen om er voor te zorgen dat de lymfe de goede kant op stroomt.


Slide 22 - Slide

Spierpomp
- Net als bij aders wordt er gebruik
gemaakt van de spierpomp. 

Slide 23 - Slide

Lymfevatenstelsel
In het lymfevatenstelsel komt alle lymfe uiteindelijk terecht via de 
1. borstbuis, het grootste lymfevat, in de linkersleutelbeenader
2. de rest komt uit in de rechtersleutelbeenader 

Alles komt uit in de bovenste holle ader.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Lymfeknopen/ lymfeklieren
Verspreid over het lichaam liggen in het lymfevatenstelsel ook lymfeknopen.

In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van o.a. ziekteverwekkers door de witte bloedcellen-> belangrijke rol afweer. 

Slide 26 - Slide

Overleg in tweetallen
- Kunnen witte bloedcellen uit een haarvat?
- Zal je een hogere of lagere concentratie eiwitten vinden in het weefselvloeistof dan in het bloedplasma?
- Waar komt lymfe uit in de bloedbaan?
- Noem twee belangrijke processen achter het ontstaan van weefselvloeistof. 
- Wat is de taak van het lymfestelsel bij de afweer?

Slide 27 - Slide

Zelfstandig werken
Maken 11.5

Vind je het nog moeilijk, maak dan eerst het oefenblad voor de begrippen. Antwoordenblad is ook aanwezig. 

Slide 28 - Slide

Leerdoelen behaald?
- Je legt uit welke krachten een rol spelen bij de aanvoer en afvoer van weefselvloeistof.
- Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem en de betekenis van lymfe. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video