What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Passé composé être havo
Voca
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voca
Slide 1 - Slide
Dans ce cours...
Passé composé être
Verbes aller et arriver
Slide 2 - Slide
La roue
Vervoeg de werkwoorden in de passé composé.
Roue 1: pronoms personnels
Roue 2: aller, arriver
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Le passé composé
De passé composé is de verleden tijd met
2
werkwoorden.
Bijvoorbeeld: Ik
heb gegeten
= j'
ai mangé
.
Tot nu toe heb je geleerd dat je een vorm van het werkwoord
avoir
gebruikt als hulpwerkwoord, maar soms gebruik je
être
.
Slide 5 - Slide
Le passé composé
Bij
2
werkwoorden gebruik je
être
als hulpwerkwoord (er zijn er meer, maar leer voor nu deze regel):
Aller
(= gaan)
Arriver
(= aankomen)
Bijvoorbeeld:
Tu
es
allé = Jij
bent
gegaan.
Il
est
arrivé = Hij
is
aangekomen.
Slide 6 - Slide
Le passé composé
Als het hulpwerkwoord
être
is, kan het voltooid deelwoord extra letters krijgen:
mnl ev
-
Je suis allé
Tu es allé
Il est allé
vrl ev
+e
Elle est allé
e
mnl mv
+s
Nous sommes allé
s
Vous êtes allé
s
Ils sont allé
s
vrl mv
+es
Elles sont allé
es
Slide 7 - Slide
Klopt de zin in de passé composé?
Vous avez allé à Paris.
A
B
Slide 8 - Quiz
Je suis arrivée à huit heures.
A
B
Slide 9 - Quiz
Il est allée à la piscine.
A
B
Slide 10 - Quiz
Elles sont arrivés à la maison.
A
B
Slide 11 - Quiz
Vervoeg het werkwoord être
Slide 12 - Open question
Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord.
Nous ... arrivés au Portugal.
A
es
B
sommes
C
sont
D
êtes
Slide 13 - Quiz
Tu ... allé au supermarché.
A
suis
B
es
C
est
D
sont
Slide 14 - Quiz
Ma soeur ... arrivée à l'heure.
A
êtes
B
es
C
est
D
suis
Slide 15 - Quiz
Les amis ... allés au cinéma.
A
sont
B
suis
C
est
D
êtes
Slide 16 - Quiz
Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord tussen haakjes in.
Elle est ... à Lille. (arriver)
Slide 17 - Open question
Nous sommes ... à l'école. (aller)
Slide 18 - Open question
Les garçons sont ... en retard. (arriver)
Slide 19 - Open question
Tu es ... au marché. (aller)
Slide 20 - Open question
Sophie et Anne sont ... en France. (arriver)
Slide 21 - Open question
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé.
Sarah ... chez le coiffeur. (aller)
Slide 22 - Open question
Nous ... en Espagne. (arriver)
Slide 23 - Open question
Les filles ... au concert. (aller)
Slide 24 - Open question
Ils ... chez moi. (arriver)
Slide 25 - Open question
Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden in de passé composé.
In de kolom links vink je
présent
uit en de
passé composé
aan.
In de kolom in het midden vink je 1 werkwoord aan:
aller.
In de kolom rechts vink je 1 werkwoord aan:
arriver
.
Klik op
confirmer
.
Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen bij welke persoon. Vul het hulpwerkwoord en voltooid deelwoord in.
Klik op
suivant
om naar de volgende vraag te gaan.
Slide 26 - Slide
www.verbuga.eu
Slide 27 - Link
More lessons like this
Passé composé être
May 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
1 décembre 2022
November 2022
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé composé être
April 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch. 3, grammaire D
June 2021
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé Composé
September 2021
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Passé composé avoir (répétition) et être (nouveau)
October 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les grammaire Unité 4
May 2021
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M2 grammaire 2 Unité 4 passé composé met être
March 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2