MC 1 - Van cel tot organisme

Human Body
van cel tot organisme
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Human Body
van cel tot organisme

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DOEL van dit project?
- Ik  begrijp de werking van mijn eigen lichaam en kan dit uitleggen. 

- Ik sta bewust stil bij de (onbewuste) dagelijkse dingen die ik doe. (eten, drinken, ademen, wc-bezoek,...)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al over
(de werking van) het menselijk lichaam?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Enkele interessante vragen...
Bespreek met jouw groep de vraag en formuleer een antwoord. 
Noteer in kernwoorden op een post-it.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

De leerlingen krijgen per 2-3 een kaartje met daarop een vraag. Ze gaan in gesprek met elkaar en zoeken samen een antwoord op de vraag. Vervolgens noteren ze kernwoorden op een post-it en kleven dit aan bord. (A3-bladen met de vragen erop / maak een keuze)
- Waarom moet ik eten?
- Waarom moet ik in-en uitademen? 
- Waarom zweet ik bij warm weer?
- Hoe kan ik mijn lichaam bewegen?
- ...
Enkele interessante vragen...

Slide 5 - Slide

De leerlingen krijgen per 2-3 een kaartje met daarop een vraag. Ze gaan in gesprek met elkaar en zoeken samen een antwoord op de vraag. Vervolgens noteren ze kernwoorden op een post-it en kleven dit aan bord. (A3-bladen met de vragen erop / maak een keuze)
- Waarom moet ik eten?
- Waarom moet ik in-en uitademen? 
- Waarom zweet ik bij warm weer?
- Hoe kan ik mijn lichaam bewegen?
- ...
4

Slide 6 - Video

This item has no instructions

01:40
Wat heb je nodig om cellen te kunnen zien?
A
Een telescoop
B
Een microscoop
C
Een vergrootglas
D
Een loeppotje

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

03:03
Noteer zoveel mogelijk organen

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

04:34
"Elk organisme bestaat uit cellen"
A
JUIST
B
FOUT

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

05:10
klein
groot
cel
weefsel
orgaan
orgaanstelsel
organisme

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Organisme
Levend wezen dat kan functioneren door samenwerking van verschillende orgaanstelsels.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

levend
dood
levenloos

Slide 12 - Drag question

89 goed = 3 pnt
67 goed = 2 pnt
345 goed = 1 pnt
12 goed = 0 pnt

Orgaanstelsel
Groep van organen die samen werken aan een overkoepelende taak.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welke stelsel gaan jullie bestuderen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Organen
Onderdeel van een organisme met een speciale taak dat uit  verschillende soorten weefsels bestaat.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Weefsel
Groep cellen met dezelfde functie en opbouw.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Cel
Kleinste levende bouwsteen van een organisme.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sleep de plaatjes van klein naar groot (links met het kleinste beginnen)

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Cel 
Weefsel
Organisme 
Orgaanstelsel
Orgaan
Een groep organen die samen werken aan hetzelfde doel
Een groep cellen met dezelfde taak
Een levend wezen 
bestaat uit verschillende weefsels en heeft meestal één belangrijke hoofdtaak.
Bouwsteen van elk organisme

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Van cel tot organisme

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Succescriteria - opbouw van een organisme
- Ik herken en benoem de verschillende organisatieniveaus van een organisme. 

- Ik ken de onderdelen van een cel (=celorganellen) en hun functie.

- Ik kan uitleggen waarom de cel als basiseenheid van een organisme wordt aanzien.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Elk levend wezen bestaat uit cellen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

celkern

mitochondrion
celmembraan
celplasma
de controlekamer
energiefabriekje
de werkvloer
de security

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Succescriteria - opbouw van een organisme
- Ik herken en benoem de verschillende organisatieniveaus van een organisme. 

- Ik ken de onderdelen van een cel (=celorganellen) en hun functie.

- Ik kan uitleggen waarom de cel als basiseenheid van een organisme wordt aanzien.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke stelsels gaan we bestuderen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Stelsels

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stelsels

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Succescriteria - opbouw van een organisme
- Ik herken en benoem de verschillende organisatieniveaus van een organisme. 

- Ik ken de onderdelen van een cel (=celorganellen) en hun functie.

- Ik kan uitleggen waarom de cel als basiseenheid van een organisme wordt aanzien.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Succescriteria - opbouw van een organisme
- Ik herken en benoem de verschillende organisatieniveaus van een organisme. 

- Ik ken de onderdelen van een cel (=celorganellen) en hun functie.

- Ik kan uitleggen waarom de cel als basiseenheid van een organisme wordt aanzien.

1. bouwsteen
2. super belangrijke stofomzetting --> energie = in leven blijven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions