Natuurlijke lichtbron: Een voorwerp dat zelf licht geeft
Kunstmatige lichtbron:
Is door de mens gemaakt.
Slide 6 - Slide
Licht beweegt in rechte lijnen.
Slide 7 - Slide
Lichtstralendiffuus
Slide 8 - Slide
Zien & Licht
Slide 9 - Slide
Lichtstralenteruggekaatst
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Spiegelende terugkaatsing
Slide 12 - Slide
Hoe zie je bij een witte muur dat er licht weerkaatst wordt?
A
Het is licht
B
Het is wit en niet zwart
C
Door de spiegelende terugkaatsing
Slide 13 - Quiz
Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuus
B
Spiegel
Slide 14 - Quiz
De zon is een ..
A
Kunstmatig lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus terruggekaats
D
Schaduw
Slide 15 - Quiz
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 16 - Quiz
Lichtbronnen
Divergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen uit elkaar
Convergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
Evenwijdige lichtbundel: Lichtstralen gaan niet uit elkaar.
Slide 17 - Slide
DIVERGENTE
LICHTBUNDEL
De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel.
Dit is een bundel die steeds groter wordt.
Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.
Slide 18 - Slide
Evenwijdige lichtbundel
Een laser is een evenwijdige lichtbundel.
Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner.
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.
Slide 19 - Slide
CONVERGENTE lichtbundel
Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel.
De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent.
Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.
Slide 20 - Slide
Soorten lichtbronnen
Directe lichtbronnen
Komt direct van lichtbron
Indirecte lichtbronnen
Weerkaatst van een lichtbron via een voorwerp
Slide 21 - Slide
Indirecte lichtbron
Directe
of
Indirecte lichtbron?
Slide 22 - Slide
Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig
D
parallel
Slide 23 - Quiz
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
Slide 24 - Quiz
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
Slide 25 - Quiz
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
Slide 26 - Quiz
A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron
Slide 27 - Quiz
Een satelliet is 's nachts zichtbaar als een ster. Welke term hoort bij een satelliet?
A
direct licht
B
indirect licht
C
kernschaduw
D
natuurlijke lichtbron
Slide 28 - Quiz
In de afbeelding zie je een voorbeeld van....
A
Diffuse terugkaatsing
B
Spiegelende terugkaatsing
C
absorptie
D
doorlating
Slide 29 - Quiz
Aan de slag
Basis: Par. 1.1 - Maak opgave 1 t/m 11
Kader: Par 1.1 - Maak opgave 1 t/m 9
GL : Par 1.1 - Maak opgave 1 t/m 10
timer
10:00
Slide 30 - Slide
SCHADUW
Als je een ondoorzichtig voorwerp in het licht zet, laat hij geen licht door.
Achter dit voorwerp ontstaat dan een schaduw.
Slide 31 - Slide
Doorzichtige schaduw
Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw.
Zij laten het licht wel (deels) door.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Halfschaduw
Kernschaduw
Randstraal
Geeft de grens aan tussen licht en donker
Slide 34 - Slide
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 35 - Quiz
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 36 - Quiz
Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee
Slide 37 - Quiz
Welke gedeelte(s) van de tekening is een halfschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C
D
A en C
Slide 38 - Quiz
Een auto staat onder een lantaarnpaal. De schaduw van de auto is getekend met behulp van twee lichtstralen die met een * zijn aangegeven. Hoe noem je deze twee lichstralen?
*
*
A
randstralen
B
zichtlijnen
C
kantstralen
D
kernschaduw
Slide 39 - Quiz
Zonsverduistering
Schaduw van de maan valt op de aarde.
Slide 40 - Slide
0
Slide 41 - Video
Slide 42 - Video
Gezichtsveld
Gezichtsveld
Het gebied dat je kunt zien vanaf de plek waar je staat
Kijklijnen
Slide 43 - Slide
Aan de slag
Kader: Afronden par 1.1
GL : Afronden par 1.1
Slide 44 - Slide
Hoe noem je deze soort terugkaatsing
A
Spiegelende terugkaatsing
B
Diffuse terugkaatsing
C
Hoek van inval = hoek van uitval
D
Hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Slide 45 - Quiz
In de afbeelding zie je een voorbeeld van....
A
Diffuse terugkaatsing
B
Spiegelende terugkaatsing
C
absorptie
D
diffuse en spiegelende kerugkaatsing
Slide 46 - Quiz
De pijlen wijzen naar …....
A
de kijkhoek
B
de kijklijnen
C
twee evenwijdige lijnen
D
de gestrekte hoek
Slide 47 - Quiz
Vanaf welk punt zijn de kijklijnen juist getekend?
A
A
B
B
C
geen van beide
D
allebei
Slide 48 - Quiz
Zijn de kijklijnen goed getekend?
A
ja
B
nee
Slide 49 - Quiz
Kan Amir de fietser zien als hij naar voren loopt?