1.1 licht en schaduw

              LICHT EN SCHADUW
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

              LICHT EN SCHADUW

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig?

Schrift / pen / potlood / geodriehoek

Slide 2 - Slide

Wat gaan we leren?
Je leert enkele eigenschappen van licht.

Je leert hoe schaduwen ontstaan.

Je leert hoe je bepaalt welk gebied je kunt zien.

Slide 3 - Slide

Lichtbronnen

De plaats waar licht ontstaat.
Bijvoorbeeld een lamp of de zon

Slide 4 - Slide

Natuurlijke lichtbron: Een voorwerp dat zelf licht geeft

Kunstmatige lichtbron: 
Is door de mens gemaakt.

Slide 5 - Slide

Licht beweegt in rechte lijnen.

Slide 6 - Slide

Lichtstralen diffuus

Slide 7 - Slide

Zien & Licht

Slide 8 - Slide

Lichtstralen teruggekaatst

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Spiegelende terugkaatsing

Slide 11 - Slide

Hoe zie je bij een witte muur dat er licht weerkaatst wordt?
A
Het is licht
B
Het is wit en niet zwart
C
Door de spiegelende terugkaatsing

Slide 12 - Quiz

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuus
B
Spiegel

Slide 13 - Quiz

De zon is een ..
A
Kunstmatig lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus terruggekaats
D
Schaduw

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren

Slide 15 - Quiz

Lichtbronnen
  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar. 

Slide 16 - Slide

DIVERGENTE
LICHTBUNDEL
  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 
Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 17 - Slide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 
  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 18 - Slide

CONVERGENTE lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 
Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 19 - Slide

Soorten lichtbronnen
Directe lichtbronnen
Komt direct van lichtbron

Indirecte lichtbronnen
 Weerkaatst van een lichtbron via een voorwerp

Slide 20 - Slide

Indirecte lichtbron
Indirecte lichtbron
Licht schijnt van de zon en weerkaatst via de maan

Slide 21 - Slide

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je het verloop van deze lichtbundel?
A
convergent
B
divergent
C
evenwijdig
D
parallel

Slide 24 - Quiz


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 25 - Quiz


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 26 - Quiz


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 27 - Quiz


A
Directe lichtbron
B
Indirecte lichtbron

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Maak opgave 1 t/m 15


Steropgave mag je overslaan
timer
0:10

Slide 29 - Slide

Wat heb je nodig?
Werkboek A (schrijf je naam in het boek)

Schrift / pen / potlood / geodriehoek

Slide 30 - Slide

SCHADUW
Als je een ondoorzichtig voorwerp in het licht zet, laat hij geen licht door. 

De schaduw is het donkere gebied achter het voorwerp dat het licht van de lichtbron tegenhoudt. 

Slide 31 - Slide

Doorzichtige schaduw

Doorzichtige voorwerpen krijgen geen echte schaduw. 

Zij laten het licht wel (deels) door.

Slide 32 - Slide

Halfschaduw
Kernschaduw
Een randstraal is de lichtstraal die vanaf de lichtbron vlak langs het voorwerp loopt.

Slide 33 - Slide

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz

Zonsverduistering
Schaduw van de maan valt op de aarde.

Slide 37 - Slide

0

Slide 38 - Video

Aan de slag
Maak t/m opgave ....?



timer
0:10

Slide 39 - Slide