B5 & B6 - De celkern & celdeling (H1c)

Wat gaan we deze les doen?
- Basisstof 5 bespreken incl. belangrijkste opdrachten
- Basisstof 7 bespreken incl. belangrijkste opdrachten



1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
- Basisstof 5 bespreken incl. belangrijkste opdrachten
- Basisstof 7 bespreken incl. belangrijkste opdrachten



Slide 1 - Slide

DE CELKERN
Basisstof 5

Slide 2 - Slide

De celkern
De celkern bevat DNA
Aantekening

Slide 3 - Slide

Je hebt 2 meter DNA
in elke cel
DNA is een molecuul

Slide 4 - Slide

Wat is DNA?


DNA bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Aantekening

Slide 5 - Slide

Wat is DNA?
Een 'streepjescode' voor alle erfelijke eigenschappen, bijv.
       - oogkleur
       - lengte
       -krullen
maar ook:
       - muzikaal
       - vrolijk

Slide 6 - Slide

Een gen (aantekening)

Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap. 

De code wordt bepaald door 
de volgorde van de basenparen

Slide 7 - Slide

Code voor genen
Basenparen:
A-T     T-A
G-C    C-G

Slide 8 - Slide

In elke lichaamscel zit hetzelfde DNA!

Een gen kan 'aan' staan in een cel waar dat nodig is

Een gen kan 'uit' staan in een cel waar dat niet nodig is.

Slide 9 - Slide

Chromosomen
Chromosomen zijn langgerekte dunne 'draden' die voor een groot deel bestaan uit de stof  DNA

De mens heeft  46 chromosomen
Aantekening

Slide 10 - Slide

Chromosomen

In elke cel zitten 46 chromosomen
23 kreeg je van je moeder 
23 kreeg je van je vader


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opdrachten

Slide 13 - Slide

Celdeling

Basisstof 6

Slide 14 - Slide

Bevruchting

Slide 15 - Slide

Waarom celdeling?

Een mens bestaat uit  ongeveer 100 biljoen cellen 


Celdeling is nodig om te groeien 

Slide 16 - Slide

Aantekening

Celdeling is nodig om te groeien 

Slide 17 - Slide

Aantekening

Celdeling is nodig om te groeien

Celdeling is nodig om cellen te vervangen
(bijvoorbeeld huidcellen of als je een wondje hebt) 

Slide 18 - Slide

Celcyclus (aantekening)

Slide 19 - Slide

Stamcel
Meer stamcellen
Gespecialiseerde cellen

Slide 20 - Slide

Stamcellen

Stamcel = een cel die nog niet gespecialiseerd is

Slide 21 - Slide

Opdrachten

Slide 22 - Slide

Proefwerk
Thema 1 - Basisstof 1 t/m 6 + 7 + 11
* Doelstelling 1 t/m 7 + 9 + 10 + 14

Thema 3 - Basisstof 1 t/m 5 + 7
* Doelstelling 1 t/m 8

Oefenen via biologiepagina!

Slide 23 - Slide

Op deze afbeelding zie ik meerdere cellen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cytoplasma:
A
dieren
B
planten
C
beide

Slide 25 - Quiz

Vacuole
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 26 - Quiz

Celwand
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 27 - Quiz

Plastiden:
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 28 - Quiz

Celmembraan
A
planten
B
dieren
C
beide

Slide 29 - Quiz

Welke onderdelen hebben zowel dierencellen als plantencellen
A
Celwand, vacuole, celkern
B
Celwand, celkern, cytoplasma
C
Celmembraan, celkern, vacuole
D
Celmembraan, celkern, cytoplasma

Slide 30 - Quiz


Je ziet hier
A
een cel, celkern, genen
B
een cel, celkern, chromosomen
C
een celkern, chromosomen, genen
D
een celkern, genen, DNA

Slide 31 - Quiz

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Spaghetti
D
Draden

Slide 32 - Quiz

Welke basen vormen paren?
A
AT en GU
B
GC-AT
C
AA en TT
D
GG en CC

Slide 33 - Quiz

Hoe meer chromosomen een organisme heeft, hoe intelligenter het organisme is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat een menselijke huidcel?
A
46
B
23
C
92
D
128

Slide 35 - Quiz

Sleep de basen naar de juiste plek op de DNA streng
T
G
C
T
G
T
A
G

Slide 36 - Drag question

Sleep van groot naar klein
De grootste 
Ena grootste
Ena kleinste
De kleinste
DNA
Cel
Chromosoom
Gen

Slide 37 - Drag question