Constitutionele Monarchie en Democratische Rechtsstaat
Constitutionele Monarchie en Democratische Rechtsstaat
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BOAMBOStudiejaar 2
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Constitutionele Monarchie en Democratische Rechtsstaat
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het begrip constitutionele monarchie omschrijven en de belangrijkste kenmerken ervan benoemen
Aan het einde van de les kun je het begrip democratische rechtsstaat omschrijven en de belangrijkste kenmerken ervan benoemen
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe het parlement is opgebouwd en hoe de verkiezingen werken
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen actief en passief kiesrecht uitleggen
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over een constitutionele monarchie en een democratische rechtsstaat?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Constitutionele Monarchie
Beperking van de macht van de vorst door de grondwet
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Democratische Rechtsstaat
Burgers kiezen wie het land regeert
Iedereen moet zich aan het Nederlandse recht houden
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Het Parlement
Bestaat uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer
Tweede Kamerleden worden rechtstreeks gekozen door de kiezer
Eerste Kamerleden worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Verkiezingen
Actief kiesrecht: het recht om te kiezen
Passief kiesrecht: het recht gekozen te kunnen worden
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Samenvatting
Constitutionele monarchie: een koninkrijk waarin de macht van de vorst wordt beperkt door de grondwet
Democratische rechtsstaat: een staatsvorm, waarin de burgers kiezen wie het land regeert en iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden
Actief kiesrecht: het recht om te kiezen
Passief kiesrecht: het recht gekozen te kunnen worden
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.