Leesvaardigheid oefenen

Welkom
Globale planning
- Kijk en luistertoets inhalen
- Schrijfvaardigheid inhalen 
- Toetsweek maart 2023- Toets lezen en schrijven 
-Mei 2023 Examen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
Globale planning
- Kijk en luistertoets inhalen
- Schrijfvaardigheid inhalen 
- Toetsweek maart 2023- Toets lezen en schrijven 
-Mei 2023 Examen 

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan iedereen zelfstandig de verschillende tekstdoelen benoemen en deze in het boek terugvinden. 

Blz. 44 t/m 48, 94 t/m 96, 141 t/m 143

Slide 2 - Slide

Welke 3 leesmanieren zijn er?

Slide 3 - Open question

Het tekstdoel van een advertentie is overtuigen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke 6 tekstdoelen zijn er?

Slide 5 - Open question

Welk tekstdoel zal in de teksten van deze krant het meeste voorkomen?

Slide 6 - Open question

Bij een overtuigende tekst wil de schrijver dat de lezer iets gaat kopen of dat de lezer ergens lid van wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is een hoofdgedachte?
A
Dat wat de hoofdpersoon denkt.
B
De kortst mogelijke samenvatting van een tekst
C
De reden waarom de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
De mening van de hoofdpersoon.

Slide 8 - Quiz

De hoofdgedachte vind je altijd in de inleiding.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 9 - Quiz

Elke tekst heeft één kernzin.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 10 - Quiz

Wat is "citeren"?

Slide 11 - Open question

Hoe kan een schrijver een tekst inleiden?
A
De aanleiding noemen
B
Een advies geven
C
Een conclusie trekken
D
Een toekomstverwachting noemen

Slide 12 - Quiz

Hoe kan een schrijver een tekst afsluiten?
A
Een belangrijke vraag stellen
B
Een deskundige introduceren
C
Een samenvatting geven
D
Een anekdote vertellen

Slide 13 - Quiz

Welke tekstverbanden zijn er?

Slide 14 - Open question

Welke twee signaalwoorden horen bij een tegenstelling?
A
Maar, echter
B
Maar, tevens
C
Maar, dus
D
Maar, zoals

Slide 15 - Quiz

Welke twee signaalwoorden horen bij een opsomming?
A
Daarnaast, omdat
B
Ten eerste, ten tweede
C
Ook, want
D
Tevens, namelijk

Slide 16 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een stukje tekst over één onderwerp
B
Een titel boven een tekst
C
Een titel boven een alinea
D
De conclusie van een tekst

Slide 17 - Quiz

Wat is de bron van een tekst?

Slide 18 - Open question

Welk van onderstaande bronnen is het meest betrouwbaar?
A
Schoolboek
B
Scholieren.com
C
Weekblad Story
D
Facebook

Slide 19 - Quiz

Een standpunt en mening zijn hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Als een schrijver wil uitleggen waarom hij iets vindt, gebruikt hij....
A
signaalwoorden
B
een conclusie
C
argumenten
D
tekstverbanden

Slide 21 - Quiz

Twee functies van een afbeelding bij een tekst kunnen zijn:
A
Aandacht trekken, tekst verduidelijken
B
Aandacht trekken, pagina kleurrijk maken
C
Overtuigen, tekst verduidelijken
D
Overhalen, pagina kleurrijk maken

Slide 22 - Quiz

Hoe goed beheers ik de leerstof van het onderdeel leesvaardigheid?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll