Je moet eerst weten wat voorzetsels zijn. Het voorzetsel is meestal eenvoudig te herkennen, de meeste voorzetsels zijn namelijk op de puntjes in te vullen
... de kast (of kooi)
in de kast
op de kast
achter de kooi
naast de kooi
onder het kleed
... het schoolfeest
tijdens/na/voor het schoolfeest
Slide 9 - Slide
Voorzetselvoorwerp
Meestal is het meteen duidelijk welk voorzetsel je moet gebruiken als je kijkt naar wat er precies gebeurt. De onderstaande zinnen zijn allemaal juist, je moet alleen goed naar de kat kijken en dan gebruik je het juiste voorzetsel.
De kat zit op de bank.
De kat zit naast de bank.
De kat zit onder de bank.
De kat zit achter de bank.
De kat zit tussen de kussens van de bank.
Slide 10 - Slide
Vaste voorzetsels
Soms is het niet duidelijk welk voorzetsel je moet gebruiken, in sommige zinnen hoort een voorzetsel bij een werkwoord.
Voorbeelden van vaste voorzetsels bij werkwoorden.
trouwen met
zich verbazen over
verliefd zijn op
Slide 11 - Slide
Voorzetselvoorwerp
Het voorzetselvoorwerp begint met een voorzetsel en wordt vaak gevolgd door een voorwerp, bijvoorbeeld:
Ik hou van pindakaas.
werkwoord met vast voorzetsel: houden van
voorzetselvoorwerp: van pindakaas
Slide 12 - Slide
Voorzetselvoorwerp
In een zin met een voorzetselvoorwerp 'eist' het werkwoord eigenlijk een bepaald vast voorzetsel. Je kan het voorzetsel niet vervangen door een ander voorzetsel. Zoals:
houden van
denken aan
zoeken naar
snakken naar
zich verdiepen in
trouwen met
Opmerking: Soms heeft een werkwoord verschillende 'vaste' voorzetsels, maar dan is er vaak wel sprake van een betekenisverschil.
Slide 13 - Slide
Voorzetselvoorwerp
Rapper Kanye West breekt na jaren een jarenlange samenwerking met zijn manager.
Werkwoord?
Hoort er een vast voorzetsel bij?
Rapper Kanye West breekt na jaren een jarenlange samenwerking met zijn manager.
VZV: .................
Slide 14 - Slide
Verschil voorzetselvoorwerp en lijdend voorwerp
Een voorzetselvoorwerp lijkt op een lijdend voorwerp. Toch zijn er erg belangrijke verschillen.
Een lijdend voorwerp begint niet met een voorzetsel.
Ik zoek een nieuwe heggenschaar.
lijdend voorwerp: een nieuwe heggenschaar
Ik zoek naareen nieuwe heggenschaar.
voorzetselvoorwerp: naar een nieuwe heggenschaar
Slide 15 - Slide
Uitleg bijvoeglijke bepaling
De bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel.
Slide 16 - Slide
Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling
Zinsdelen
Zinsdeelstuk
Slide 17 - Slide
De bijvoeglijke bepaling (bvb)
GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
Kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
Slide 18 - Slide
Bijvoeglijke bepaling
- welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Voorbeeld
De slimmejongen \is \ lid \ geworden \ bij onzevoetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?)
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)
Slide 19 - Slide
En ja! Het lijkt heel veel op een bijvoeglijk naamwoord als je de woordsoorten moet benoemen.
Slide 20 - Slide
Bijvoeglijke bepaling BVB
Mijn sportieve buurvrouw heeft een mooie fiets.
ow: mijnsportieve buurvrouw
lv: een mooie fiets
Binnen deze voorwerpen zijn mijn en sportieve bijvoeglijke bepalingen bij buurvrouw en is mooie een bijvoeglijke bepaling bij fiets.
1. Zoek het onderwerp en lijdend voorwerp (als dit er is).
2. Bestaat het zinsdeel uit meer woorden? Kijk dan verder binnen dit zinsdeel.
3. Als een woord iets zegt over een zelfstandig naamwoord, is dat een bijvoeglijke bepaling.
Slide 21 - Slide
Huiswerk nakijken
H47 maken opdr. 1, 2, 3, 5 en 6
Slide 22 - Slide
Aan de slag
Huiswerk voor de volgende keer: H75 opdr. 1 t/m 4 maken
Hoe: je mag met je buur overleggen, maar doe dit zachtjes.
Slide 23 - Slide
Volgende les
We gaan verder met zinsontleding en de bijvoeglijke bepaling.