This lesson contains 23 slides, with text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
7.1 Land in een delta
Water
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
check het filmpje op de volgende slide
Slide 3 - Slide
filmpje
schooltv.nl "NAP (Normaal Amsterdams Peil)"
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
onderdelen rivierenlandschap
Slide 10 - Slide
Binnendijkse land
Het gebied dat achter de dijken ligt, hier ben je beschermd tegen de rivier.
Om te zorgen dat de rivieren niet meer zo snel overstromen, probeert Rijkswaterstaat de rivier meer ruimte te geven --> hiervoor gebruikt de overheid de drietrapsstrategie, om de rivier meer ruimte te geven en ervoor te zorgen dat overstromingen niet meer voorkomen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
soorten dijken
winterdijk—> ligt op de oeverwal, hoog
zomerdijk—> ligt dichtbij de rivier, lager
tussen winterdijk en de rivier ligt een gebied dat mag overstromen bij te hoog water: de uiterwaarden.
<- Kijk naar de afbeelding en zie het verschil!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
deltagebied van rivieren
hoe lager het gebied, hoe langzamer het water stroomt —> sedimentatie van zand bij overstroming rivier.
zand blijft vlakbij de oever liggen en hoopt zich op —> oeverwal
verder weg van de rivier stroomt water langzamer —> sedimentatie van kleideeltjes —> komgrond
komgronden liggen dus lager dan de oeverwal
Zandkorrels zijn groter en zwaarder dan kleideeltjes. Bij sedimentatie zakken zandkorrels daarom als eerste naar de bodem. Kijk maar eens hoeveel verschil er zit tussen zand en klei!
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Zijn de volgende stellingen
juist of onjuist?
Slide 18 - Slide
0m NAP is de grens tussen
Hoog en Laag Nederland
Slide 19 - Slide
Een oeverwal ligt het dichtst bij de bedding van de rivier.
Slide 20 - Slide
Een oeverwal bestaat uit klei.
Slide 21 - Slide
De zee zorgt voor de vorming van nieuw land.
Slide 22 - Slide
Waarom is de Westerschelde open?
De Nieuwe Waterweg kan open en dicht. Waarom?
Het openhouden van de Westerschelde hoort bij welke dimensie?