Lesweek 6: les 1

Lesweek 6: les 1
1 / 13
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesweek 6: les 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert welke soorten identiteiten er zijn. 
  • Je kunt je eigen identiteit beschrijven.  

Slide 2 - Slide

Wat is volgens jou identiteit?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Identiteit
= het geheel aan eigenschappen die iemand als eigen en gemeenschappelijk aan zichzelf ervaart, in de situatie dat hij zich vergelijkt met anderen.
--> Bewustzijn dat je uniek en onderscheidend bent

  • Deels kies je zelf voor je identiteit, maar deels wordt het bepaald.
  • Het gaat om wie je bent en om de groepen waar je toe behoort.
  • Persoonlijkheid gaat over wie je van binnen bent, identiteit gaat                                                      over wie jij van buiten bent.




Slide 5 - Slide

Omschrijf de identiteit van de docent
De opdracht:
  • Vorm groepen van twee tot drie studenten
  • Beschrijf in de groepen de identiteit van mij. Dit doe je aan de hand van wat je van mij weet/ hebt gezien én wat jij denkt.
  • Het is belangrijk dat je het later kan uitleggen.
  • Jullie schrijven het na 5 minuten op het bord.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Soorten identiteit 
  • Persoonlijke identiteit
  • Sociale identiteit
  • Groepsidentiteit



Slide 8 - Slide

Bouwstenen identiteit 
  • Lichamelijkheid, uiterlijke verschijning
  • Beroep, werk, functie
  • Plaatselijke afkomst
  • Milieu, sociale klasse
  • Godsdienst, roeping, levensbeschouwing
  • Bezit, eigendom
  • Kennis, ervaring, opleiding
  • Persoonlijke levensgeschiedenis
  • Waarden, normen en tradities
  • Persoonlijke interesses
  • Lidmaatschap van groepen
  • Geslacht   

Slide 9 - Slide

Opdracht bouwstenen van de identiteit

Doel: je kennis en inzicht vergroten en reflecteren op je eigen gevoel en gedrag.

  • Wie?: jij en later ook je klasgenoot
  • Wat?: Je maakt een overzicht van je eigen identiteit. Dit doe je door per bouwsteen na te gaan welke waarde je eraan hecht. Hecht je er weinig, redelijk veel of heel veel waarde aan?   Verwerk dit in een schema, bijvoorbeeld staafdiagram.
  • Hoelang?: 10 minuten. 



Slide 10 - Slide

Samenvatting
  • Je identiteit is wie jij bent: een uniek mens, anders dan andere mensen. 
  • Je identiteitskaart is een document waarmee je je identiteit kunt aantonen. 
  • De combinatie van al jou eigenschappen maakt je uniek. Niemand is precies zoals jij. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke identiteit.

Slide 11 - Slide

Opdracht: de identiteitscirkel
Doel: op een creatieve manier de identiteit zichtbaar maken. 
Wie?: individueel
Wat?: Volg de onderstaande stappen.
  • Maak je eigen identiteitscirkel door de volgende stappen te volgen:
  1.  Pak eerst pen en papier.
  2.  Kies en schrijf op wie of wat voor jou belangrijk is: welke personen, bezigheden, hobby’s, voorwerpen, idealen, doelen enzovoort? Onthoud of noteer alles met trefwoorden.
  3.  Rangschik de trefwoorden in volgorde van belangrijkheid.
  4.  Verdeel een blanco cirkel in ‘taartpunten’: maak de belangrijkste taartpunten groot en de minder belangrijke kleiner.
  5.  Plaats de trefwoorden in de taartpunten.
  6.  Voeg aan de taartpunten teksten, tekeningen, kleuren, foto’s of collages toe, wees lekker creatief.

Voorbeelden: http://stichtingleren.nl/voorbeelden-van-identiteitscirkels/

Slide 12 - Slide

Einde les! 

Slide 13 - Slide