4.5 Atomen tellen (2)

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

4.5 Atomen tellen

Oefen SO over tabel 1 + tabel 2
En het kloppend maken van een reactievergelijking

Waarvoor staat het symbool Ag?

1. Goud
2. Aluminium
3. Lood
4. Zilver

Waarvoor staat het symbool C

1. Koper
2. Koolstof
3. Chroom
4. Calcium

De naam van het atoom met symbool Cu

1. calcium
2. chloor
3. koper
4. koolstof

Wat is het symbool van Cadmium?

1. C
2. Ca
3. Cd
4. Cad

Wat is het symbool voor Kalium?

1. Ca
2. K
3. Ka
4. C

Het symbool van Goud

1. Go
2. Au
3. AU
4. GO

Waarvoor staat het symbool Ag?

1. Goud
2. Aluminium
3. Lood
4. Zilver

8) Het symbool Fe hoort bij een

1. metaal
2. niet-metaal

Het symbool van ijzer is;

1. Fe
2. Au
3. Na
4. Cu

Wat is het symbool van jood?

1. J
2. Jd
3. D
4. I

Wat is de naam van het symbool N?

1. Neon
2. Nitraat
3. Stikstof
4. Zwavel

Wat is de naam van het symbool S?

1. Silicium
2. Zwavel
3. Stikstof
4. Zeven

Wat is het symbool van Helium?

1. Mg
2. Na
3. He
4. Fl

Cl is het symbool voor

1. Chloor
2. Chroom
3. Fluor
4. Calcium

Welk symbool staat voor Fluor?

1. F
2. Fl
3. P
4. Pe

Pb is het symbool voor;

1. Fosfor
2. Lood
3. Platina
4. Tin

Welke atoomsoort wordt weergegeven met het symbool P?

1. fluor
2. fosfor
3. lood
4. platina

Wat is het symbool voor magnesium?

1. M
2. Ma
3. Mg
4. Ms

Welke stof wordt aangegeven met het symbool Na

1. Natrium
2. Stikstof
3. Nobelium
4. Neon

Wat is het coëfficiënt van 6 O2?

1. 6
2. 1
3. 0
4. 2

Wat is de index van 6 O2?

1. 6
2. 1
3. 0
4. 2

Welke atoomsoort wordt weergegeven met het symbool C?

1. calcium
2. chloor
3. koolstof
4. koper

Wat is de molecuulformule van ammoniak?

1. NH​3​​
2. C​4​​H​10​​
3. CH​3​​OH
4. C​6​​H​12​​O​6​​

Geef de juiste molecuulformule van glucose.

1. C​3​​H​6​​O​3​​
2. C​6​​H​12​​O​6​​
3. C​6​​H​8​​O​4​​
4. C​12​​H​22​​O​11​​

Wat is de molecuulformule van methaan?

1. O​2​​
2. H​2​​O
3. CH​4​​
4. CO​2​​

Welke getallen mag je aanpassen om een reactievergelijking kloppend te maken?

1. De coefficienten
2. De index
3. De coefficienten en de index
4. De coefficienten en de index van de producten

Wat moet er voor CO2 staan om de reactie kloppend te maken?

C​6​​H​12​​O​6​​(s)+6O​2​​(g)→6H​2​​O(g)+....CO​2​​(g)

1. 12
2. 6
3. 3
4. 4

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl​2​​→....PCl​5​​

1. 1 - 2 - 5
2. 2 - 5 - 2
3. 2 - 2 - 5
4. 1 - 5 - 2

Had je de reactievergelijkingen goed kloppend gemaakt?

1. Ja
2. Nee
3. Niet allemaal

Ik heb nog extra hulp nodig met reactievergelijkingen kloppend maken.

1. ja
2. nee