This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
- herhalen
- opdracht maken
- spelletje
Slide 1 - Slide
Tekstdoel?
Slide 2 - Open question
Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.
De hoofdgedachte van een tekst
vertelt in één zin de belangrijkste
boodschap van de tekst.
Slide 3 - Slide
Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken. Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.
Slide 4 - Slide
Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.
Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot
Slide 5 - Slide
KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin?
De 1e zin is de kernzin.
De 2e zin van een alinea is de kernzin.
De laatste zin van de alinea is de kernzin.
Slide 6 - Slide
Tekststructuren
Een tekststructuur is een net woord voor 'opbouw van de tekst (inleiding, middenstuk en slot). Er zijn maar liefst zeven verschillende tekststructuren.
Waarom gebruik we tekststructuren?
Zie blz 184
Slide 7 - Slide
Tekstschema
Alinea
Deelonderwerp
Functie
1
Zie blz 291
2
3
4
5
Slide 8 - Slide
Onderwerp, hoofdgedachte, tekststructuur
Onderwerp
Hoofdgedachte
Tekststructuur
zie blz 184
Slide 9 - Slide
Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
geschreven door een deskundige
geschreven door iemand die neutraal is
de informatie is actueel
Slide 10 - Slide
Bronvermelding: in de tekst
Aan het einde van iedere bewering of zin/alinea waarin je informatie hebt gebruikt dat van anderen is, hoort de bron (waar je de informatie vandaan hebt) vermeld te worden.
In de tekst doe je dat door: (Naam, jaartal);
Voorbeeld: Nederland heeft een ongelijke inkomensverdeling (Volkskrant, 2012).
Let op: Gaat het om een boek/bron met heel veel pagina's, voeg dan ook het juiste paginanummer toe!)
Slide 11 - Slide
Citeren - hoe moet dat?
Citeren is letterlijk een deel uit de tekst overschrijven.
Een hele zin citeren
'Wat weten we inmiddels over hoe taal en emotie bij elkaar komen?' (Op Niveau 3 vwo, 2024)