This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Ordening
Slide 1 - Slide
Bedenk voorbeelden uit het dagelijkse leven waar ordening een
rol speelt.
Tijd: 2 minuten
Opdracht
Slide 2 - Slide
voorbeelden ordening
Slide 3 - Mind map
Voorbeelden
Slide 4 - Slide
Jij probeert er door het stellen van drie vragen achter te komen welk dier het is. Je mag alleen naar kenmerken vragen. Je mag dus niet meteen vragen: ‘Is het soms de olifant?’ Op de vragen mag alleen met ja of nee worden geantwoord.
Als je drie vragen hebt gesteld, moet je het juiste dier kunnen noemen. Dat lukt alleen als je naar de juiste kenmerken hebt gevraagd.
Slide 5 - Slide
Let op dat je wel de juiste kenmerken door geeft anders krijg je rare figuren.
Slide 6 - Slide
Jij probeert er door het stellen van drie vragen achter te komen welk dier het is. Je mag alleen naar kenmerken vragen. Je mag dus niet meteen vragen: ‘Is het soms de olifant?’ Op de vragen mag alleen met ja of nee worden geantwoord.
Slide 7 - Slide
Filmpje over ordening
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
3 Ordening
Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk
Aantekeningen
Slide 10 - Slide
Hoe ordenen we in de biologie?
Slide 11 - Slide
2 Hoofdgroepen
* Organisme MET een celkern in hun cel.
* Organisme ZONDER een celkern in hun cel.
Slide 12 - Slide
De vier rijken
Slide 13 - Slide
Bacterie
Slide 14 - Slide
Schimmel
Slide 15 - Slide
Plant
Slide 16 - Slide
Dier
Slide 17 - Slide
Overzicht
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Organismen ordenen Organismen kunnen we indelen in 4 rijken op basis van hun cellen.
Slide 20 - Slide
Neem de onderstaande tabel over en vul het verder in.
Slide 21 - Slide
Organismen ordenen Organismen kunnen we indelen in 4 rijken op basis van hun cellen.
Slide 22 - Slide
Bekijk de afbeelding van streptokokken. Streptokokken zijn eencellige organismen zonder celkern.
Tot welk rijk behoren streptokokken?
A
bacterie
B
plant
C
schimmel
D
dier
Slide 23 - Quiz
In welke rijken komen meercellige organismen voor?
A
bacterie
B
plant
C
schimmel
D
dier
Slide 24 - Quiz
Bekijk de wangslijmvlies cel.
Tot welk rijk behoort de wangslijmvlies cel?
A
bacterie
B
plant
C
schimmel
D
dier
Slide 25 - Quiz
Dezelfde soort?
Slide 26 - Slide
Dezelfde soort?
Slide 27 - Slide
Dezelfde soort als:
twee individuen voort kunnen planten en hun nakomelingen ook voort kunnen planten