Week 15, les 1, 2h, Wiederholung Kapitel 3

Lezen
timer
10:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.

Slide 1 - Slide

Planung

Rückblick

Wiederholung / Übungstest

Wortschatz


Dienstag 28. November 2023

Slide 2 - Slide

Lernziel
Heute:
  • Je weet de regels voor het bepalen van het geslacht en het meervoud van zelfstandig naamwoorden en kunt ze ook toepassen
  • Je kent de betekenis van de woorden uit de Lernliste
  • Je weet welke onderdelen voor de toets nog beter voorbereid moeten worden.

Slide 3 - Slide

Wie war es auch wieder.........

Slide 4 - Slide

Lidwoorden

Slide 5 - Slide

der
mannelijke persoons- en diernamen, zoals:

der Lehrer, der Mann, der Stier

Slide 6 - Slide

die
1. Vrouwelijke persoons- en diernamen, zoals
die Lehrerin, die Frau, die Kuh

2. Woorden die eindigen op -e, zoals
die Adresse, die Toilette, die Schule, die Lampe

3. woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung
die Freiheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Übung

Slide 7 - Slide

das
  • Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden, zoals
het kind - das Kind
het haar - das Haar
het dorp - das Dorf


  • Als een woord eindigt op -chen of -lein is het altijd onzijdig:
    das Brötchen, das Mädchen, das Buchlein

Slide 8 - Slide

Jetzt bist du dran!
Wie: zu Zweit 
Was: ihr fangt den Ball und beantwortet die Frage.

Falsche Antwort? Wir fragen die Klasse.

Richtige Antwort? Ein anderes Team bekommt den Ball

Slide 9 - Slide

der, die oder das?
Welk lidwoord hoort bij het woord en waarom?

Slide 10 - Slide

der, die oder das?
Welk lidwoord hoort bij het woord en waarom?

Maak met het woord een korte zin. 

Bijvoorbeeld:
Mann, der 
Das ist der Mann.

Slide 11 - Slide

Mehrzahl (meervoud)
/Plural
Algemeen:  
Het lidwoord is altijd die!

Let op de hoofdregels op de volgende dia gelden vaak, maar er zijn ook nog genoeg uitzonderingen. 
Leer het meervoud altijd mee bij de woorden. 

Slide 12 - Slide

Hoofdregel : 
Mannelijk: Umlaut + e
   Vorbilde: der Ball - die Bälle
                       der Baum - die Bäume*
Vrouwelijk: + (e)n
   Vorbilde: die Farbe - die Farben
                       die Frau - die Frauen
Onzijdig: + e
Vorbilde: das Haar - die Haare
                    das Brot - die Brote

Aanvulling: 
Mannelijk: 
- Bij au komt de Umlaut op de a. 
- Bij samengestelde woorden zoals bijv. Urlaubsgruß komt de Umlaut op het laatste woord die Urlaubsgrüße

Vrouwelijk: 
- Woorden die eindigen op e, el & er krijgen alleen een n.   

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen
  • Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -en, -er & el veranderen in het meervoud meestal niet. 

Vorbild: der Computer - die Computer

Slide 14 - Slide

Uitzonderingen
  • Veel woorden die eindigen op a, i, o of y krijgen een s bij de meervoudsvorm. Vorbild: die Kamera - die Kameras, das Auto - die Autos
  • Vrouwelijke of onzijdige die eindigen op n of s krijgen een verdubbeling. Vorbild: die Freundin - die Freundinnen

Slide 15 - Slide

Was ist die Mehrzahl von:
der Gast
A
die Gaste
B
die Gäste
C
die Gasten
D
die Gästen

Slide 16 - Quiz

Was ist die Mehrzahl von:
das Krokodil
A
die Krokodile
B
die Krokodilen
C
die Kroködile
D
die Krokodils

Slide 17 - Quiz

Was ist die Mehrzahl von:
das Schaf
A
die Schafen
B
die Schäfe
C
die Schafe
D
die Schäfen

Slide 18 - Quiz

Was ist die Mehrzahl von:
das Ereignis
A
die Ereigniss
B
die Ereignissen
C
die Ereignisses
D
die Ereignisse

Slide 19 - Quiz

Was ist die Mehrzahl von:
das Pony
A
die Pony's
B
die Ponys
C
die Ponies
D
die Ponie's

Slide 20 - Quiz

Was ist die Mehrzahl von:
die Mehrheit
A
die Mehrheiten
B
die Mehrheite

Slide 21 - Quiz

das Tier
A
die Tiere
B
die Tieren
C
das Tierchen
D
das Tiere

Slide 22 - Quiz

das Heft
A
die Heften
B
die Hefte
C
das Heften
D
das Hefte

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Oefentoets

Je maakt alle opdrachten van de oefentoets.
Je doet dit alleen.

Als je klaar bent laat je me weten welke score je had.


Slide 25 - Slide

Wiederholung

Als je de Wiederholung online maakt wordt het direct nagekeken en weet je meteen wat er wel en wat er niet goed gegaan is.

Seite 178 bis zum 181

Slide 26 - Slide

Klassenarbeit!!
Lernen:
Lernübersicht, Seite 96, 97, 98
+ Uhrzeiten

Bereid je goed voor op de toets!!!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide