De acropolis (hoge stad) was het middelpunt van de stad. Het was een versterkte heuvel.
Tempel
De tempel was voor de Grieken erg belangrijk. Net als de Egyptenaren dachten de Grieken dat de goden invloed hadden op het dagelijks leven en ze moesten dus tevreden gehouden worden.
Agora
De agora was het marktplein. Hier konden burgers elkaar ontmoeten om te praten over het bestuur en konden de handelaren handelen.
Stad
Om de acropolis groeide vaak een stad. Door de handel en veiligheid kwamen veel mensen hier wonen.
Platteland
Veel mensen woonden in de stad, maar de meeste mensen waren toch nog boer en woonden op het platteland.
Haven
De Grieken waren handelaren. Veel handel gebeurde over zee en bijna elke stad had dan ook een haven.
Stadsmuur
In de tijd van de Grieken werd veel oorlog gevoerd. Veel steden bouwden dus een stadsmuur om de stad en burgers te beschermen.
Slide 4 - Slide
Aantekening kenmerken polis
Slide 5 - Slide
Werkblad bespreken
2.2 de natuur en het oude Griekenland
a. In het oude Egypte ontstond één staat, in het oude Griekenland ongeveer 700. Wat had de natuur hiermee te maken?
b. De Grieken trokken veel meer naar het Middellandse Zeegebied. Wat had de natuur daarmee te maken?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Griekse
stadstaten
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd.
Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
Slide 8 - Slide
Atheense Democratie
Je kunt uitleggen hoe de Atheense democratie werkte en hoe deze werd gevormd.
Slide 9 - Slide
Bestuur Athene
Athene werd eerst bestuurd door een groep rijke families (aristocratie)
De inwoners hadden weinig te vertellen.
Slide 10 - Slide
Atheense democratie
Bij een democratie stemmen de burgers.
In Athene werden de leiders direct gekozen > dus door een volksvergadering
Bij een indirecte democratie kiest een groep gekozen vertegenwoordigers (dus niet iedereen)
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Ostracisme (schervengericht)
Slide 13 - Slide
4.1 vragen uit je boek
Tekst: Atheners voeren de democratie in
1. Leg het begrip schervengericht uit.
2. Wie hadden in Athene stemrecht? En wie dus niet?