lever (les 25 maart 2021)

Dag lieve H5-leerlingen!
Vandaag een ouderwetse theorieles, maar wel met LessonUp natuurlijk.
We gaan de LEVER even in de herhaling gooien.
Eens kijken wat jullie daar nog van weten! 
Pak gerust je BINAS erbij. En daar gaan we dan!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dag lieve H5-leerlingen!
Vandaag een ouderwetse theorieles, maar wel met LessonUp natuurlijk.
We gaan de LEVER even in de herhaling gooien.
Eens kijken wat jullie daar nog van weten! 
Pak gerust je BINAS erbij. En daar gaan we dan!

Slide 1 - Slide

Wat weet je van de
(functie van de) lever?

Slide 2 - Mind map

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader

Slide 3 - Drag question

Leverader
Leverslagader
Poortader
Veel ureum
weinig ureum
Geen ureum

Slide 4 - Drag question

De lever
  • De lever heef die rare ader er aan vast: De poortader
  • Die vervoert zuurstofarm bloed, en voedingsstoffen naar de lever
  • Ook is er een leverslagader, en leverader

Slide 5 - Slide

Poortader
De lever heeft drie bloedvaten:
- de leverslagader (van aorta naar lever)
- De leverader (van de lever naar de holle ader)
- De poortader (van hele maag-darmstelsel naar de lever)

Slide 6 - Slide

Bouw van de lever
  • Levercellen in groepjes: leverlobjes.
  • Elk leverlobje heeft aftakking van beide bloedvaten.

  • Glucose, vetten en eiwitten, aminozuren en ureum vanuit de lever naar de leverader.

Slide 7 - Slide

Hoe ziet de lever eruit?
Zeshoekig leverlobjes
1mm afmeting
Galgangen
Afvoer geproduceerde gal
Tak van de leverader
Onderste holle ader
De levercellen wisselen stoffen

Slide 8 - Slide

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 9 - Drag question

Wat is geen functie van de lever
A
Gal opslaan
B
Gal maken
C
Ontgiften
D
Afvalstoffen uit je bloed halen

Slide 10 - Quiz

Functie 1 suikerstofwisseling
Houdt glucosegehalte (bloedsuikerspiegel) constant in bloed 
Glucose ontstaat na splitsing van koolhydraten/zetmeel
De lever kan:
Glucose omzetten tot glycogeen  (o.i.v.  insuline)
Glycogeen omzetten tot glucose  ( o.i.v. glucagon )

Glycogeen is opslagvorm van  glucose in de lever (en spieren)


Slide 11 - Slide

Functie 2 vetstofwisseling
Lever bouwt lichaamsvetten op uit glycerol + vetzuren
Vetzuren haal je uit het voedsel
Lever kan zelf ook vetzuren maken uit : enkelvoudige suikers (glucose) en aminozuren

Lever vormt cholesterol


Slide 12 - Slide

functie 3: eiwitstofwisseling
Uit aminozuren (aanvoer via poortader) worden nieuwe eiwitten opgebouwd
(bijv. voor bloedplasma nl : albumine, globulinen (stolling) en fibrinogeen)
Opbouw van enzymen (zijn ook eiwitten!) werkzaam in de lever
Overtollige aminozuren omgezet tot 'glucose' en verbrand (dissimilatie, levert energie)
Bij deze omzetting aminogroepen vrij : giftige ammoniak en dit wordt dan de afvalstof ureum.
Ureum wordt uitgescheiden door nieren

Slide 13 - Slide

Functie 4 ontgifting
lever breekt veel stoffen af:
- nodig voor grondstofgebruik 
- overtollige stoffen  
-  giftige stoffen  (alcohol, medicijnen)
- ook opslag van niet-afbreekbare stoffen (kwik)


Slide 14 - Slide

Hieronder zie je organen uit het menselijk lichaam en de bijbehorende functies. Verbindt het juiste orgaan met de functie
afgifte van warmte
afgifte van urine
opslag van vet
opslaan van glycogeen
uitscheiden van ureum
huid
lever
nieren
pijpbeenderen
urineblaas

Slide 15 - Drag question

Dat je dik wordt van veel patat met mayo is bekend. Kun je ook dik worden van het eten van veel eiwitten (bijv. veel mager vlees, eieren, melk, kwark, etc.)?
A
Nee, eiwitten zijn bouwstoffen, geen brandstoffen
B
Nee, overtollige eiwitten kunnen niet worden opgeslagen
C
Ja, eiwitten kunnen ook worden omgezet in vet
D
Ja, overtollige eiwitten leveren ook energie, net als glucose of vet

Slide 16 - Quiz

Sommige mensen houden van het eten van lever(worst). Waarom is het verstandig om juist hiervan niet teveel te eten?

Slide 17 - Open question

Examenvraag
Bilirubine is een afvalstof die in de lever ontstaat bij de afbraak van rode bloedcellen. Bilirubine wordt samen met gal afgevoerd naar het verteringskanaal. Een deel van de bilirubine komt uiteindelijk in de ontlasting terecht. Bij sommige mensen kan bilirubine niet goed vanuit de lever naar het verteringskanaal afgevoerd worden. Een deel van deze stof komt dan in het bloed terecht.

Geef de naam van het bloedvat dat bloed met bilirubine uit de lever afvoert.

Slide 18 - Open question

Vervolg bilirubine-vraag: Wat is voor een persoon het gevolg van het niet via de ontlasting uitscheiden van bilirubine?
A
De huid en oogwit van deze persoon wordt gelig
B
De ontlasting van deze persoon wordt heel donker van kleur
C
Deze persoon kan geen nieuwe rode bloedcellen maken
D
Deze persoon loopt kans op galstenen

Slide 19 - Quiz

examenvraag (inleiding, vraag op volgende dia)
Dina heeft CVID. Door deze ziekte maakt haar lichaam onvoldoende antistoffen. Voordat de ziekte bij haar werd ontdekt, liep ze vaak infecties op. Regelmatig moest ze antibiotica gebruiken om deze infectieziekten te bestrijden.
Inentingen leveren bij Dina geen goede immuniteit op. Daarom krijgt ze eenmaal per maand antistoffen uit donorbloed toegediend.

Slide 20 - Slide

1. Hoe worden ziekten bestreden door het gebruik van antibiotica?
2. Is het toedienen van antistoffen aan Dina actieve immunisatie of is het passieve immunisatie?.

Slide 21 - Open question

Is de eigenschap (zwart) dominant of recessief?
A
De eigenschap (zwart) is dominant
B
De eigenschap (zwart) is recessief
C
Te weinig informatie

Slide 22 - Quiz

Kan de eigenschap (zwart) X-chromosomaal zijn of niet?
A
Ja, dat zou kunnen
B
Nee, dat kan niet
C
Te weinig informatie

Slide 23 - Quiz


Hoe ging deze les? 
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Wat zou je een volgende les graag behandeld zien?

Slide 25 - Open question