Theorieles blok 1.2 - les 2

• tandartsassistent
• MBO
• Studiejaar 1

Wat heb je nodig voor cariës?

Opbouw glazuur

• Opgebouwd uit glazuurprisma’s
• Tussen glazuurprisma's: interprismatische ruimtes
• Interprismatische ruimtes gevuld met kristallieten
• Interprismatische ruimtes zijn poreuzer
• Uitwisseling met stoffen uit de mondholte en zuren uit tandplaque vindt plaats in de interprismatische ruimtes

Oplosbaarheid kristallieten afhankelijk van zuurgraad

Glazuur: niet oplosbaar in water

Een goede zuurgraad in de mond zit tussen de 7 en 7,5

Hoe zuurder, hoe slechter!

Demineralisatie 

De kristallen in het glazuur ontkalken door zuren

= demineralisatie

a Normale kristallieten; b ontkalkte kristallieten; c cariës.

Remineralisatie

• Ontkalking herstellen
  
• pH moet neutraal zijn
  
• Dan pas heropbouw van het kristal
  

= remineralisatie

Cariës

Te veel zuuraanvallen?

Remineralisatie niet bij te houden: cariës

Dentine = kwetsbaarder

Wat is plaque?

1. Alles wat op de gebitselementen achterblijft na krachtig spoelen van de mond
2. Alles wat op de gebitselementen en de zachte weefsels achterblijft na krachtig spoelen van de mond
3. Een laagje op de elementen
4. Een geel gekleurd laagje met bacteriën op de tanden wat hard wordt na verloop van tijd

Tandplaque

• Streptococcus mutans zet suiker om tot melkzuur 
• Tandplaque: 70% bacteriën, waaronder S. mutans
• Retentieplaatsen/predilectieplaatsen =waar het makkelijk voorkomt

 

Plaque komt vooral voor op de retentieplaatsen. Welke plaatsen zijn dat in het gebit denk jij?

Voeding / tijd

Voeding: 

Vooral melkzuur veroorzaakt demineralisatie 

Melkzuur = afbraakproduct van koolhydraten (suikers) 

Tijd: 

Frequentie van suikerinname per dag

40 minuten na eetmoment: zuurstoot geneutraliseerd 

Daarom: 7 eet-/drinkmomenten per dag

Na een maaltijd ( pijl) wordt de plaque zuur. Boven de stippellijn treedt ontkalking op.

Erosie

Tandweefsel lost op door inwerking van zuren

• Intrinsieke zuren: uit het lichaam
  
• Extrinsieke zuren: uit voeding of omgeving
  

Wat kunnen gevolgen zijn van erosie?

• Dof glazuur en verdwijnen van vormdetails.
• Verdwijnen van de glazuurkap. Het geelgekleurde dentine wordt zichtbaar. Dit slijt sneller dan glazuur; zo ontstaan er uithollingen;
• Restauraties gaan bij vergevorderde tanderosie boven het tandoppervlak uitsteken
• Gevoeligheid voor warmte en kou

Mondproblemen voorkomen

• Voeding en eetgewoonten
• Mondhygiëne
• Gebruik van fluoride

Evaluatie leerdoelen

o Aan het eind van deze les kun je beschrijven wat tandplaque is, hoe dit ontstaat, welke gevolgen dit kan hebben en hoe je dit voorkomt

o Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat cariës is en hoe het ontstaat.

o Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat tanderosie is en hoe het ontstaat.

o Aan het eind van deze les kun je vertellen hoe je cariës en tanderosie kunt voorkomen.

o Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat een juist voedingsadvies is.

Slot

Maak de volgende opdracht:

Opdrachtenkaart 1.2, theorieles 2

Deze kun je vinden in Cumlaude:

Tandartsassistent basisfase (2021-2024) > Blok 1.2 > opdrachtenmap > theorielessen > theorieles 2