Ontdek Kommagetallen: Een Introductie tot MBO Niveau 1

Ontdek Kommagetallen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ReMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ontdek Kommagetallen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les begrijp je wat een kommagetal is en je herkent het in het dagelijkse leven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over kommagetallen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn kommagetallen?
  • Het woord zegt het al: er zit een komma in! 
  • Een ander woord is: decimaal getal. Maàààààààr:
  • Soms wordt er geen komma geschreven maar een punt!
  • het getal achter de komma is kleiner dan 1.
 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn kommagetallen?
En soms staat er niet eens een komma in een kommagetal/ decimaal getal !


 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Plaatsen van kommagetallen
  • Kommagetallen bestaan uit een getal vòòr én een getal achter de komma. 
  • bijvoorbeeld 8,2 of 8,25
  • De getallen achter de komma noemen we: Decimalen
  • een getal kan 0,  1 of meer decimalen hebben

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel decimalen heeft het getal
€ 1,59 ??
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Plaatsen van kommagetallen
Een kommagetal ligt in tussen twee 'hele' getallen


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welk gewicht wijst de weegschaal aan?
A
54 kg
B
55 kg
C
54,5 kg
D
54,75 kg

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Kommagetallen in het dagelijks leven
Kommagetallen worden gebruikt bij het meten van lengte, gewicht, geldbedragen en in veel andere situaties.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kommagetallen in het dagelijks leven
Achter de komma maakt het verschil in de waarde of het het eerste, 2e, derde getal achter de komma is. 




Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel geld ligt hier?

A
€ 12,15
B
€ 12,20
C
€ 12,21
D
€ 11,25

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de waarde van de 5 in dit bedrag van € 12,25

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoe zeg je het?
  • 12,25       
  • 12, 2 tienden en 5 honderdsten
  • 12,3 
  • 12, en 3 tienden
  • 12, 356    
  • 12,  3 tienden, 5 honderdsten en 6 duizendsten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel centimeter is deze sleutel?
is deze sleutel?
A
6,3 cm
B
6 cm
C
6,2 cm
D
5,2 cm

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Groter of kleiner?
  • Is 0,25 kleiner dan 0,5?




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Groter of kleiner?
  • Is 0,25 kleiner dan 0,5?




Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kommagetallen op de rekenmachine
  • Let op de punten en de komma's!!!!
  • De rekenmachine verdeeld grote getallen in leesbare  getallen met   punten
  • 1000000
  • 1000.000
  • 1000.000,50
  • Sommige rekenmachines doen dat net andersom. Ook telefoons!   dan staat er bijv. 1000,000.50 LET DUS GOED OP

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schrijf op wat je hebt geleerd, en/óf wat je niet begrijpt

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Doen:
boek:  (of Online)
Sommen blz. 105
Sommen blz. 107
Sommen blz. 109
sommen blz. 111
-----
Klaar? Blz 115/117/119

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.