Eiwitten: voor de opbouw van het lichaam. Ook zijn eiwitten onmisbaar voor een goede afweer en het functioneren van het lichaam.
Koolhydraten: ze energie leveren en een bron van vezels zijn. Vezels zorgen voor een betere werking van de darmen. Bij jonge dieren is het maagdarmkanaal nog niet helemaal volgroeid. Juniorvoeding is daarom licht verteerbaar.
Slide 13 - Slide
Voedingstoffen voer jonge dieren
mineralen en vitaminen: Een jong dier heeft vitamine A, D en E nodig om te groeien. Mineralen hebben andere functies: ijzer zorgt voor de opbouw van het bloed, koper voor het bindweefsel en calcium en fosfor voor sterke tanden en botten.
vetten: Vetten leveren energie, die de dieren nodig hebben voor hun groei. Daarnaast leveren vetten ook vetoplosbare vitaminen: A, D, E en K.
Slide 14 - Slide
Waar moet je opletten met voer voor jongen dieren?
teveel aan bepaalde stoffen is slecht voor de groei
teveel aan bepaalde stoffen is slecht voor de ontwikkeling
Teveel van een stof kan leiden tot vergroeiingen. (calcium)
Te weinig van een stof kan leiden tot onontwikkelde lichaamsdelen (vetten, eiwitten, koolhydraten)
Slide 15 - Slide
Waar kun je nog meer opletten bij voer? (kijk vanuit de voorbeelden van de vorige dia)
Slide 16 - Mind map
Wat zijn de kenmerken van een oude hond?
A
ze zijn minder actief
B
Hun vacht is dof
C
Ze hebben minder eetlust
D
Ze bewegen minder soepel
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Voedingstoffen voer oude dieren
Eiwitten: Een ouder dier is gebaat bij meer essentiële aminozuren, maar wel in een andere verhouding dan jonge of volwassen dieren. Oude dieren hebben daarnaast meer eiwitten met een hoge biologische waarde nodig.
Vetten: Oude dieren bewegen minder en hebben daarom minder energie en vetten nodig. Een oud dier moet wel essentiële vetzuren binnenkrijgen. In de juiste verhouding kunnen onverzadigde vetzuren ontstekingsprocessen remmen.
Slide 19 - Slide
Voedingstoffen voer oude dieren
Koolhydraten: Seniorenvoeding bevat minder koolhydraten, omdat oudere dieren minder bewegen. Daarnaast is seniorenvoeding goed verteerbaar. Extra vezels zijn belangrijk voor een goede werking van de darmen en voor een goede darmflora.
Vitaminen en mineralen: Vitamine E werkt als antioxidant en heeft een sterk positief effect op de weerstand van een oud dier. Ook zit in seniorenvoeding vaak meer vitamine B en C voor de stofwisseling en werking van de zenuwen. In seniorenvoeding zit juist minder fosfor en calcium om de nieren niet te belasten.
Slide 20 - Slide
Wat kunnen oorzaken zijn van overgewicht bij een dier?
Slide 21 - Open question
In een gewichtsverminderingsdieet is het energiegehalte lager dan in standaardvoer.
A
juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Wat zijn goede voorbeelden om overgewicht tegen te gaan?
Slide 23 - Mind map
Wanneer zou een hond in aanmerking komen voor een aansterkdieet?
Slide 24 - Open question
Aansterkdieet
Wanneer is een aansterkdieet nodig voor een dier:
ernstige infectie
trauma
acute problemen door suikerziekte
kanker en chemotherapie
zware chirurgische ingrepen
derdegraadsbrandwonden
anorexia
gewichtverlies
Slide 25 - Slide
welke bewering is juist?
Een ziek dier met anorexia verbruikt meer energie dan een gezond dier.
Een ziek dier met anorexia verbruikt minder energie dan een gezond dier.
Slide 26 - Poll
Welke voedingsstoffen komen in een aansterkdieet meer voor dan bij een normaal dieet?
Hoe verschilt een aansterkdieet voor kleine herbivoren van een aansterkdieet voor honden en katten?
A
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat minder vitaminen.
B
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat meer koolhydraten.
C
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat een hoger vezelgehalte.
Slide 28 - Quiz
Wat is een Intestinaaldieet
A
Een dieet waar de focus ligt op het verteringsysteem
B
Een dieet waar de focus ligt op de darmflora
C
Een dieet waar de focus ligt op nierstenen
D
Een dieet waar de focus ligt op tandsteen
Slide 29 - Quiz
In je werk met dieren moet je symptomen van spijsverteringsproblemen kunnen herkennen. Wat zijn symptomen van spijsverteringsproblemen?
Slide 30 - Open question
De meeste intestinaal diëten bevatten een verlaagd vetgehalte, een verhoogd vitamine- en mineralengehalte en een verhoogd gehalte niet-verteerbare, oplosbare vezels.
Wel aanwezig
verlaagd vetgehalte
verhoogd vitaminegehalte
verhoogd gehalte niet verteerbare, oplosbare vezels