This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Noem een voorbeeld van een endogeen proces
Slide 2 - Mind map
Noem een aantal voorbeelden van exogene processen
Slide 3 - Mind map
Geologische tijdschaal
- 4,6 miljard jaar oud
- oudtse tijd onder, jongste tijd boven
- duur tijdvak o.b.v. kenmerkende planten en dieren of gesteente
GB 55: 238 E en F
AL 216
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Zet de begrippen op de juiste plaats
Oceanische korst
Continentale korst
Mantel
Kern
Lithosfeer
Slide 7 - Drag question
Hoe noemen we het bewegen van verschillende (aard)platen?
Slide 8 - Open question
In de mantel "vloeit het gesteente. Hoe heet deze beweging?
Slide 9 - Mind map
Zet de omschrijvingen op de juiste plaats
Hier is het net zo warm als het oppervlak van de zon; zo'n 5000 graden
De plaat duikt de mantel in: subductie. De onderduikende plaat trekt de rest van de plaat mee de mantel in.
Het gesteente in de mantel wordt warm bij de kern en beweegt zeer traag richting de aardkorst
De platen worden iets opgeheven en uit elkaar geduwd. Er is sprake van divergentie.
Slide 10 - Drag question
Door welke plaatbeweging wordt de midoceanische rug gevormd?
A
Divergente
B
Transforme
C
Subductie
D
Convergente
Slide 11 - Quiz
Bij een midoceanische rug ontstaat nieuw gesteente
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Graniet is zwaarder dan basalt
A
Nou en of
B
Helemaal niet
Slide 13 - Quiz
Welke uitspraken zijn waar? 1. De aardkorst bestaat uit 2 soorten korst. De aardkorst die uit het lichtste gesteente bestaat is is het dikst. 2. Het gesteente in de continentale korst is zwaarder dan dat in de oceanische korst. 3. De dunne oceanische korst weegt evenveel als de dikke continentale korst.