Les 3 Opslag

Na deze les
Weet je hoe en waar planten energie opslaan op cel- en orgaanniveau

Kun je de verschillen in energieopslag tussen één-, twee- en meerjarige planten verklaren.

Dit lukt door voedingsmiddelen te onderzoeken en de theorie te bestuderen.

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Na deze les
Weet je hoe en waar planten energie opslaan op cel- en orgaanniveau

Kun je de verschillen in energieopslag tussen één-, twee- en meerjarige planten verklaren.

Dit lukt door voedingsmiddelen te onderzoeken en de theorie te bestuderen.

Slide 1 - Slide

Hoe?
Zelfstandig aan het werk
15 min voor het eind van de les terug in de call om de resultaten van jullie experimenten te bespreken

Slide 2 - Slide

Eigen onderzoek
  • Indicator-oplossing maken
  • Indicator-oplossing testen

  • Welk onderdelen van planten heb ik?
  • stukje afsnijden
  • testen met zelfgemaakte indicator-oplossing

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Aan de slag
Maak nu je eigen zetmeel-indicator en ga dan verder

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Samenvatting
Wortel: groeit meestal onder de grond, kan soms verdikt zijn (knol)
Blad: groeit aan een stengel, is meestal afgeplat, is meestal groen of rood, soms wit.  als de Bol: bladeren dicht op elkaar gepakt onder de grond
Vrucht:  ontstaat uit een bestoven bloem, bevat zaden, een schil en (niet altijd) vruchtvlees
Zaad: ontstaat uit een bestoven bloem, kan een hele nieuwe plant vormen
Bloem: zou later zaden en/of vruchten vormen. Duidelijk geen blad, vrucht, stengel of wortel



Slide 7 - Slide

Paprika is een
A
groente
B
vrucht
C
zaad
D
stengel

Slide 8 - Quiz

De pitten uit deze pijnboom zijn
A
zaden
B
noten
C
vruchten
D
bladeren

Slide 9 - Quiz

De rokken (laagjes) van een ui (bol) zijn
A
stengels
B
wortels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 10 - Quiz

Experiment
  • Zoek 5 plantaardige voedingsmiddelen in huis. Het liefst uit 5 verschillende categorien (blad, knol, bol, vrucht etc)
  • snij deze door / snij er een stukje vanaf
  • druppel er wat zetmeel-indicator op. Noteer wat je ziet
  • als het blauw/donker kleurt zat er zetmeel in.
  • voer via de volgende dia je resultaten in.

Slide 11 - Slide

Voorbeelden voedingsmiddelen
Wortel: pastinaak, wortel
Knol: knolselderij, radijs, aardappel
Stengel: gember, bleekselderij, asperge
Blad: sla, spinazie, kolen (maar niet bloemkool en broccoli)
Knol: ui, knoflook, sjalot, prei
Vrucht: tomaat, courgette, appel, peer
Zaad: zonnebloempit, pijnboompit, graan (brood, pasta, couscous) eetbare deel van noten
Bloem: broccoli, bloemkool, eetbare bloemen

Je kiest dus 5 voedingsmiddelen uit 5 verschillende categorieën, je mag zelf weten welke!

Slide 12 - Slide

Welke 5 voedingsmiddelen heb je gekozen uit 5 verschillende categorieën? Noteer als volgt: - categorie 1: voedingsmiddel - t/m categorie 5: voedingsmiddel

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Maak een mooie foto van je proefopstelling inclusief de 5 wel/niet verkleurde voedingsmiddelen

Slide 15 - Open question

Wat is zetmeel?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De formule van de fotosynthese is:

(CO2 =koolstofdioxide)
A
Glucose + zuurstof --> CO2 + Water+ Energie
B
CO2 + Glucose + Water--> Zuurstof + Energie
C
CO2 + Water +Energie--> Glucose + zuurstof
D
CO2 + Energie + Water--> Zuurstof + Glucose

Slide 18 - Quiz

fotosynthese vindt plaats in de:
A
wortel
B
bloem
C
bladeren
D
vrucht

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

éénjarigen
tweejarigen

Slide 22 - Slide

meerjarige cycli

Slide 23 - Slide

fluitekruid bloeit al vroeg in het voorjaar en gaat dan dood. Deze plant is:
A
eenjarig
B
tweejarig
C
meerjarig
D
houtachtigen

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
- 5.1 opdr 20 en 21
- 5.3 opdr 10 t/m 17
- 5.4 opdr 15 t/m 20


      

volgende les heb je klaar staan: een vaas met wild geplukte bloemen. in ieder geval 1 bloem met een grote open kroon zoals een tulp is fijn

Slide 25 - Slide