COPD (les op basis van opdracht)

OPDRACHT COPD

Maak gebruik van de theorie uit de boeken van ThiemeMeulenhoff/Edition (o.a. VVT deel 1, Pathologie)!
1. Wat is COPD?
2. Welke aandoeningen vallen onder COPD?
3. Wat zijn de symptomen van COPD?
4. Is COPD te genezen?
5. Via de volgende onderzoeken kan COPD gesteld worden: leg uit wat deze onderzoeken inhouden:
Anamnese afnemen:
Saturatie meten:
Ausculteren:
Röntgenfoto:
Spirometrie
ECG:
6. Zoek de betekenis van deze veel gebruikte begrippen:
Dyspneu =
Dyspneu d éffort =
Orthopneu =
Apneu =
Hyperventilatie =
Hypoventilatie=
Cyanose=
Tachypneu=
Bradypneu=
7. Leg uit welke behandelmethoden er zijn bij COPD. Leg tevens uit, per methode, wat deze methode inhoudt.
8. Welke luchtwegverwijders kunnen voorgeschreven worden?
9. Wat zijn de COPD ‘GOLD-fases’?
10. Welke complicaties kunnen optreden ten gevolge van COP?
11. Verklaar, per complicatie, wat hier de reden van is.
12. Wat betekent ‘exacerbatie COPD’?
13. Afwijkende longgeluiden passen bij COPD. Wat betekenen de volgende begrippen:
Inspiratoire stridor:
Expiratoire stridor:
14. Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn van belang bij het verplegen van iemand met COPD?
15. Waar let je op bij LLF?
16. Maak in Edition van het boek VVT deel 1: 7.19 en 7.20


Hyperventilatie =
Hypoventilatie=
Cyanose=
Tachypneu=
Bradypneu=
7. Leg uit welke behandelmethoden er zijn bij COPD. Leg tevens uit, per methode, wat deze methode inhoudt.
8. Welke luchtwegverwijders kunnen voorgeschreven worden?
9. Wat zijn de COPD ‘GOLD-fases’?
10. Welke complicaties kunnen optreden ten gevolge van COP?
11. Verklaar, per complicatie, wat hier de reden van is.
12. Wat betekent ‘exacerbatie COPD’?
13. Afwijkende longgeluiden passen bij COPD. Wat betekenen de volgende begrippen:
Inspiratoire stridor:
Expiratoire stridor:
14. Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn van belang bij het verplegen van iemand met COPD?
15. Waar let je op bij LLF?
16. Maak in Edition van het boek VVT deel 1: 7.19 en 7.20


1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

OPDRACHT COPD

Maak gebruik van de theorie uit de boeken van ThiemeMeulenhoff/Edition (o.a. VVT deel 1, Pathologie)!
1. Wat is COPD?
2. Welke aandoeningen vallen onder COPD?
3. Wat zijn de symptomen van COPD?
4. Is COPD te genezen?
5. Via de volgende onderzoeken kan COPD gesteld worden: leg uit wat deze onderzoeken inhouden:
Anamnese afnemen:
Saturatie meten:
Ausculteren:
Röntgenfoto:
Spirometrie
ECG:
6. Zoek de betekenis van deze veel gebruikte begrippen:
Dyspneu =
Dyspneu d éffort =
Orthopneu =
Apneu =
Hyperventilatie =
Hypoventilatie=
Cyanose=
Tachypneu=
Bradypneu=
7. Leg uit welke behandelmethoden er zijn bij COPD. Leg tevens uit, per methode, wat deze methode inhoudt.
8. Welke luchtwegverwijders kunnen voorgeschreven worden?
9. Wat zijn de COPD ‘GOLD-fases’?
10. Welke complicaties kunnen optreden ten gevolge van COP?
11. Verklaar, per complicatie, wat hier de reden van is.
12. Wat betekent ‘exacerbatie COPD’?
13. Afwijkende longgeluiden passen bij COPD. Wat betekenen de volgende begrippen:
Inspiratoire stridor:
Expiratoire stridor:
14. Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn van belang bij het verplegen van iemand met COPD?
15. Waar let je op bij LLF?
16. Maak in Edition van het boek VVT deel 1: 7.19 en 7.20


Hyperventilatie =
Hypoventilatie=
Cyanose=
Tachypneu=
Bradypneu=
7. Leg uit welke behandelmethoden er zijn bij COPD. Leg tevens uit, per methode, wat deze methode inhoudt.
8. Welke luchtwegverwijders kunnen voorgeschreven worden?
9. Wat zijn de COPD ‘GOLD-fases’?
10. Welke complicaties kunnen optreden ten gevolge van COP?
11. Verklaar, per complicatie, wat hier de reden van is.
12. Wat betekent ‘exacerbatie COPD’?
13. Afwijkende longgeluiden passen bij COPD. Wat betekenen de volgende begrippen:
Inspiratoire stridor:
Expiratoire stridor:
14. Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn van belang bij het verplegen van iemand met COPD?
15. Waar let je op bij LLF?
16. Maak in Edition van het boek VVT deel 1: 7.19 en 7.20


Slide 1 - Slide

COPD

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • je kunt benoemen welke aandoeningen onder COPD vallen
  • je kunt de oorzaken van COPD benoemen 
  • je kunt de symptomen benoemen bij COPD
  • je kunt de diagnostiek van COPD benoemen 
  • je kunt de behandeling van COPD benoemen 
  • je kunt de complicaties van COPD benoemen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

COPD betekent
A
Chronic Obesitas Pulmonary Disorder
B
Chronic Obstructive Pulmonary Disease
C
Chronic Open Pulmonary Disease
D
Chronic Open Pulmonary Disease

Slide 5 - Quiz

COPD
  • COPD is een chronische ziekte, dat wil zeggen dat genezing niet mogelijk is.

  • COPD staat voor ‘chronic obstructive pulmonary disease’. Bij COPD is er sprake van vernauwing van de luchtwegen als gevolg van ontsteking en kunnen de longen ook beschadigd zijn. Hierdoor ontstaat vervolgens benauwdheid. COPD wordt meestal veroorzaakt door roken.


  • COPD is een verzamelnaam voor twee longaandoeningen:
                                      chronische bronchitis;
                                       longemfyseem.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Verschil COPD en astma

Bij zowel COPD en astma: ontstoken epitheel in de bronchiën. Bij COPD echter ook een constante vernauwing van de bronchiën met veel slijm.

COPD = geen klachtenvrije perioden, astma = klachtenvrije perioden.




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

COPD

Slide 10 - Slide

COPD

Slide 11 - Slide

Oorzaken COPD

Slide 12 - Slide

Oorzaken COPD

- roken, gerookt hebben of vaak rook van anderen inademen
- astma (onbehandelde), longontsteking of andere longziekten hebben
- de erfelijke ziekte Alfa 1 antitrypsine deficiëntie: als je deze ziekte hebt, maak je het eiwit alfa 1 dat de longen beschermt niet aan
- schadelijke stoffen inademen zoals houtstof, lijm- of verfdampen
- vervuilde lucht inademen, bijvoorbeeld door fijnstof:


Slide 13 - Slide

Symptomen COPD

Slide 14 - Slide

Symptomen COPD

Hoesten: sputum op hoesten(chronische bronchitis)
Benauwdheid: bij inspanning en bij rust
Vermoeidheid
Soms piepende ademhaling
Verlies van spierkracht 
Gewichtsverandering

Slide 15 - Slide

Een zorgvrager met COPD heeft
A
Een hoog zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte
B
Een hoog zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
C
Een laag zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
D
Een laag zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte

Slide 16 - Quiz

COPD: GOLD fases
GOLD fase 1: Lichte COPD
GOLD fase 2: Matig COPD
GOLD 3: Ernstig COPD
GOLD 4: Zeer ernstig COPD



Slide 17 - Slide

Begrippenlijst
Zoek de betekenis van deze veel gebruikte begrippen:

Dyspneu =  
Dyspneu d éffort =  
Orthopneu =  
Apneu =  
Hyperventilatie =  
Hypoventilatie =
Cyanose=
Tachypneu=
Bradypneu=

Slide 18 - Slide


Dyspneu = kortademigheid
Dyspneu d éffort = kortademigheid bij inspanning
Orthopneu = kortademigheid in rust
Apneu = ademstilstand
Hyperventilatie = te diepe en te snelle ademhaling 
Hypoventilatie = te ondiepe en te trage ademhaling
Cyanose= blauwe verkleuring van huid en slijmvliezen
Tachypneu=te snelle en oppervlakkige ademhaling (>20 x per minuut)
Bradypneu=te trage ademhaling (<12 x per minuuut)

Slide 19 - Slide

Diagnostiek
-Anamnese
-Spirometrie
-Bloedonderzoek (AAT-eiwit), bloedgasanalyse
-X-thorax
-CT-scan
-Sputumkweek
-Pleurapunctie
-Bronchoscopie

Slide 20 - Slide

Behandeling

-medicatie
-leefstijl: stoppen met roken, dieet aanpassen 
-fysiotherapie 
-longrevalidatie
-zuurstof
-ventielbehandeling

Slide 21 - Slide

Medicatie
-Kortwerkende luchtwegverwijders, effect binnen vijf minuten werking zes uur.
Bijv. Ventolin®, Salbutamol Cyclocaps®
Ipratropium (atrovent)

-Langwerkende luchtwegverwijders, werking twaalf uur.
Bijv. Serevent®

De pufjes kunnen met of zonder voorzetkamer gegeven worden, dat ligt aan de ernst van de klachten en effectieve inademing.
Altijd de mond goed laten spoelen!!!

-Ontstekingsremmers en antibiotica( bijv. Prednison)





Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Complicaties COPD

-pneumonie
-pulmonale hypertensie (waardoor rechterventrikel hard moet werken--->hartfalen)
-Hypoventilatie
-verhoogde kans op osteoporose(vermoedelijk door gebruik corticosteroiden)
-hogere kans op een pneumothorax
-gewichtsverlies
-exacerbatie COPD

Slide 25 - Slide

Wat is cyanose en waar kan je dit zien?
Blauwe verkleuring van de huid en slijmvliezen, nagels, vingertoppen, lippen en tong.

Normaal waarde ademhalingsfrequentie (ah)
12-16 keer per minuut.

Tachypneu = meer dan 20 ah/pm
Bij: inspanning, koorts (hyperthermie), anemie, longoedeem, stress, acidose (pH < 7,35) of astma aanval.

Bradypneu = minder dan 12 ah/pm
Bij: ontspanning (slaap), onderkoeling (hypothermie), bijwerking medicatie (opiaten)



 

Ree
 

Slide 26 - Slide

Exacerbatie COPD

Plotselinge verandering klachten en verslechterde conditie van de zorgvrager

Waar let je op bij een verdenking exacerbatie COPD?

- SpO2 (<92 %).
- Polsfrequentie (=120).
- AH (>30).
- gebruik hulpademhalingsspieren.
- bradycardie en bradypnoe wijzen op zeer ernstige problemen.
- T (> 38,5).
- Afwijkende longgeluiden.
Red flags:
Uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling.




Slide 27 - Slide

Verpleegkundige aandachtspunten
*Advies geven rondom leefregels bij COPD
*Helpen bij het inzicht krijgen in het herkennen van dyspneu klachten
*Uitleg geven wat het belang is van goede voeding, gewicht, conditie verbetering
*Indien nodig begeleiding aanbieden bij het stoppen met roken
*Psychosociale begeleiding
*Instructie geven bij inhalatiemedicatie en/of vernevelen
*Instructie gebruik van zuurstof
*Let op LLF (zie volgende dia)


Slide 28 - Slide

Observatie LLF
Waar let je op LLF?
Look:
houding patiënt, symmetrische thorax excursies,
ademhalingsdiepte, ah, Hulpademhalingsspieren,
lippen/nagels, kleur huid, gewicht/omvang,
psychische functies.
Listen:
Ademhalingsgeluiden, spraak
Feel:
Intuïtie, symmetrische thorax excursies,
Ademhalingsdiepte

Slide 29 - Slide