COPD (versie 2)

COPD
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

COPD

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • je kunt benoemen welke aandoeningen onder COPD vallen
  • je kunt de oorzaken van COPD benoemen 
  • je kunt de symptomen benoemen bij COPD
  • je kunt de diagnostiek van COPD benoemen 
  • je kunt de behandeling van COPD benoemen 
  • je kunt de complicaties van COPD benoemen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

COPD
  • COPD is een chronische ziekte, dat wil zeggen dat genezing niet mogelijk is.

  • COPD staat voor ‘chronic obstructive pulmonary disease’. Bij COPD is er sprake van vernauwing van de luchtwegen als gevolg van ontsteking en kunnen de longen ook beschadigd zijn. Hierdoor ontstaat vervolgens benauwdheid. COPD wordt meestal veroorzaakt door roken.


  • COPD is een verzamelnaam voor twee longaandoeningen:
                                      chronische bronchitis;
                                       longemfyseem.


Slide 5 - Slide

Verschil COPD en astma

Bij zowel COPD en astma: ontstoken epitheel in de bronchiën. Bij COPD echter ook een constante vernauwing van de bronchiën met veel slijm.

COPD = geen klachtenvrije perioden, astma = klachtenvrije perioden.




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

COPD

Slide 8 - Slide

Oorzaken COPD

Slide 9 - Slide

Oorzaken COPD

-Roken, gerookt hebben of vaak rook van anderen inademen.
-Astma (onbehandelde), longontsteking of andere longziekten hebben.
-Erfelijke ziekte Alfa 1 antitrypsine deficiëntie: geen aanmaak eiwit alfa 1 dat de longen beschermt. 
-Schadelijke stoffen inademen zoals houtstof, lijm- of verfdampen
-vervuilde lucht inademen, bijvoorbeeld door fijnstof:


Slide 10 - Slide

Symptomen COPD

Slide 11 - Slide

Symptomen COPD

-Hoesten: sputum op hoesten(chronische bronchitis)
-Benauwdheid: bij inspanning en bij rust
-Vermoeidheid
-Soms piepende ademhaling
-Verlies van spierkracht 
-Gewichtsverandering

Slide 12 - Slide

Een zorgvrager met COPD heeft
A
Een hoog zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte
B
Een hoog zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
C
Een laag zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
D
Een laag zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte

Slide 13 - Quiz

COPD: GOLD fases
GOLD fase 1: Lichte COPD
GOLD fase 2: Matig COPD
GOLD 3: Ernstig COPD
GOLD 4: Zeer ernstig COPD



Slide 14 - Slide

Begrippenlijst
Zoek de betekenis van deze veel gebruikte begrippen:

Dyspneu =  
Dyspneu d éffort =  
Orthopneu =  
Apneu =  
Hyperventilatie =  
Hypoventilatie =
Cyanose=

Slide 15 - Slide


Dyspneu = kortademigheid.

Dyspneu d éffort = kortademigheid bij inspanning.

Orthopneu = kortademigheid in rust.

Apneu = ademstilstand.

Hyperventilatie = te diepe en te snelle ademhaling (angst).

Hypoventilatie = te ondiepe en te trage ademhaling.

Slide 16 - Slide

Diagnostiek
-Anamnese
-Spirometrie
-Bloedonderzoek (AAT-eiwit), bloedgasanalyse
-X-thorax
-CT-scan
-Sputumkweek
-Pleurapunctie
-Bronchoscopie

Slide 17 - Slide

Is COPD te genezen?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Behandeling

-Medicatie
-Leefstijl 
-Fysiotherapie 
-Longrevalidatie
-Zuurstof
-Ventielbehandeling

Slide 19 - Slide

Medicatie
-Kortwerkende luchtwegverwijders, effect binnen vijf minuten werking zes uur.
Bijv. Ventolin®, Salbutamol Cyclocaps®
Ipratropium (atrovent)

-Langwerkende luchtwegverwijders, werking twaalf uur.
Bijv. Serevent®

De pufjes kunnen met of zonder voorzetkamer gegeven worden, dat ligt aan de ernst van de klachten en effectieve inademing.
Altijd de mond goed laten spoelen!!!

-Ontstekingsremmers en antibiotica( bijv. Prednison)





Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Complicaties COPD

-Pneumonie
-Pulmonale hypertensie (waardoor rechterventrikel hard moet werken--->hartfalen)
-Hypoventilatie
-Verhoogde kans op osteoporose(vermoedelijk door gebruik corticosteroiden)
-Hogere kans op een pneumothorax
-Gewichtsverlies
-Exacerbatie COPD

Slide 22 - Slide

Exacerbatie COPD

Plotselinge verandering klachten en verslechterde conditie van de zorgvrager

Waar let je op bij een verdenking exacerbatie COPD?

- SpO2 (<92 %).
- Polsfrequentie (=120).
- AH (>30).
- gebruik hulpademhalingsspieren.
- bradycardie en bradypnoe wijzen op zeer ernstige problemen.
- T (> 38,5).
- Afwijkende longgeluiden.
Red flags:
Uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling.




Slide 23 - Slide

Verpleegkundige aandachtspunten
*Advies geven rondom leefregels bij COPD
*Helpen bij het inzicht krijgen in het herkennen van dyspneu klachten
*Uitleg geven wat het belang is van goede voeding, gewicht, conditie verbetering
*Indien nodig begeleiding aanbieden bij het stoppen met roken
*Psychosociale begeleiding
*Instructie geven bij inhalatiemedicatie en/of vernevelen
*Instructie gebruik van zuurstof
*Let op LLF (zie volgende dia)


Slide 24 - Slide

Observatie LLF
Waar let je op als verpleegkundige?
Look:
Houding patiënt, symmetrische thoraxexcursies, ademhalingsdiepte, ademhaling, hulpademhalingsspieren, lippen/nagels, kleur huid, gewicht/omvang, psychische functies.
Listen:
Ademhalingsgeluiden, spraak
Feel:
Intuïtie, symmetrische thoraxexcursies, ademhalingsdiepte

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Opdracht
Lees de theorie in het boek 'Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 1 n4', 
module 7 'Zorgvragers met aandoeningen aan de longen en luchtwegen', 
hoofdstuk 19 'De longen en luchtwegen' en 
hoofdstuk 20 'Zorgvragers met chronische longaandoeningen'.

Maak de verwerkingsopdrachten bovenstaande hoofdstukken. 

Slide 27 - Slide