bs 2.3 organen voor de vertering

 bs 2.3 De organen voor vertering
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 bs 2.3 De organen voor vertering

Slide 1 - Slide

Welke voedingsstoffen hoeven niet te worden verteerd?
Welke organen passeert een boterham achtereenvolgens voordat de restanten uiteindelijk je lichaam weer verlaten?  
Een speler voelt zich wat slapjes tijdens een wedstrijd. Kan een sporter beter even een boterham met kaas eten tijdens een wedstrijd of een sportdrankje met glucose? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Slide

Slokdarm
Door te slikken komt voedsel in de slokdarm

Neusholte wordt afgesloten met de huig
Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje

De slokdarm verplaatst de voedselbrij naar de maag dmv peristaltische bewegingen

Slide 3 - Slide

De mondholte
In de mond:
- Kauwen maakt voedsel kleiner
- Enzymen uit de speekselklieren verteren zetmeel
- slijm maakt het slikken makkelijker

De tong beweegt het voedsel naar de keelholte
Door te slikken gaat het voedsel naar de slokdarm

Slide 4 - Slide

De maag
In de maag:
- Maagwandspieren kneden het voedsel
- Maagsapklieren voegen maagsap toe met daarin:
    - Water
    - Zoutzuur: dood bacteriën
    - Enzym: verteert eiwitten

Aan het eind van de maag laat de maagportier steeds een klein deel van het voedsel door naar de twaalfvingerige darm



Slide 5 - Slide

Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleessap

Alvleessap komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel

Slide 6 - Slide

Lever/Galblaas
De lever produceert gal. 
Gal wordt opgeslagen in de galblaas.

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!

Slide 7 - Slide

De twaalfvingerige darm
De twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm
Hier wordt toegevoegd:
- Gal uit de galblaas: emulgeert vetten
- Alvleessap uit de alvleesklier: bevat enzymen die 
eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

Door de peristaltische beweging wordt de brij naar de rest van de dunne darm vervoerd.



Slide 8 - Slide

De dunne darm
In de dunne darm:
- Darmsap wordt toegevoegd met enzymen voor de 
vertering van eiwitten en koolhydraten.
- De verteerde voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed
Opname van voedingsstoffen gebeurt via de darmwand. Het oppervlakte is heel groot, omdat de darmwand geplooid is, en op de darmplooien staan uitstulpingen: de darmvlokken



Slide 9 - Slide

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 10 - Slide

De dikke darm en de blinde darm

De blindedarm is een doodlopend stuk darm met aan het einde een wormvormig aanhangsel en bevat bacteriën

De dikke darm haalt al het water uit de onverteerde voedselresten

in de dikke darm leven ook bacteriën die een enzym 
produceren wat voedingsvezel kan verteren. 




Slide 11 - Slide

De endeldarm
De endeldarm is het laatste stuk van de darmen
Hierin worden de onverteerde voedselresten verzameld
Aan het eind van de endeldarm zit een sterke kringspier: de anus
Door de anus te ontspannen wordt de endeldarm 
geleegd

Slide 12 - Slide

opdracht
Schrijf op waar in je lichaam een broodje gezond wordt verteerd.

op het broodje zit:
boter - ei - sla - avocado - tomaat - ham - kaas

Slide 13 - Slide