H8.2 & H8.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Planning

• Voorkennis/herhaling
• Tangens (8.2 & 8.3)
•  Oefenen
• Aan het werk

H8.2 & H8.3

Leerdoel: Je kunt de tangens gebruiken om hoeken te berekenen.

Rechthoekige driehoeken

Pythagoras

9 cm

12 cm

Pythagoras

7 cm

6 cm

tangens  en hoeken

tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek

schuine zijde

(altijd tegenover de rechte hoek)

rechthoekszijde

rechthoekszijde

C

A

B

vanuit LC : 

AB is de overstaande zijde, 

AC is de aanliggende zijde

vanuit LB : 

AC is de overstaande zijde, 

AB is de aanliggende zijde

De schuine zijde staat altijd tegenover de rechte hoek

Vanuit ∠ P, wat is de 

aanliggende zijde?

1. PQ
2. QR
3. PR

Vanuit ∠ P, wat is de 

overstaande zijde?

1. PQ
2. QR
3. PR

Vanuit ∠ Q, wat is de 

aanliggende zijde?

1. PQ
2. QR
3. PR

Vanuit ∠ Q, wat is de 

overstaande zijde?

1. PQ
2. QR
3. PR

tangens

tan∠=​aanliggendezijde​​overstaandezijde​​

Als je de tangens van een hoek hebt berekend, 

kan je de hoek berekenen met:

shift tan (getal) = hoek

hoeken ronden we af op hele graden

tan∠P=​A​​O​​

∠P=53°

tan∠P=​3​​4​​

tan(​3​​4​​)≈53,130

−1

tan∠Q=​A​​O​​

tan∠Q=​A​​O​​

∠Q=37°

tan∠Q=​4​​3​​

tan(​4​​3​​)≈36,8699

−1

Bereken hoek B

Bereken hoek C

Bereken hoek B

Bereken hoek C

Aan het werk

• H8.2 opdrachten 10, 11, 12, 13
• H8.3 opdrachten 14 t/m 20