This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
De Technische Ontwikkeling van de Fotografie
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les zul je de technische ontwikkeling van de fotografie kunnen uitleggen.
Slide 2 - Slide
Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze te begrijpen.
Wat weet je al over de technische ontwikkeling van de fotografie?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Camera Obscura
De camera obscura was de voorloper van de moderne camera. Het was een donkere kamer met een klein gaatje waardoor licht naar binnen kwam en een beeld op de tegenoverliggende muur projecteerde.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat de camera obscura was en hoe het werkte.
Daguerreotype
Het daguerreotype was de eerste commercieel succesvolle fotografische technologie. Het gebruikte een gepolijste koperen plaat bedekt met een lichtgevoelige zilveren laag om beelden vast te leggen.
Slide 5 - Slide
Beschrijf wat het daguerreotype was en hoe het werkte. Toon voorbeelden van daguerreotypes.
Negatieven
Het gebruik van negatieven maakte het mogelijk om meerdere afdrukken van dezelfde foto te maken. Het negatief was een omgekeerde versie van het beeld dat op de film was vastgelegd.
Slide 6 - Slide
Leg uit wat negatieven zijn en waarom ze belangrijk waren voor de fotografie.
Gelatine Zilverdruk
De gelatine zilverdruk was de meest gebruikte fotografische technologie in de 20e eeuw. Het gebruikte een gelatine-emulsie bedekt met zilverzouten om beelden vast te leggen.
Slide 7 - Slide
Beschrijf wat de gelatine zilverdruk was en hoe het werkte. Toon voorbeelden van gelatine zilverdrukken.
Kleur Fotografie
Kleur fotografie werd in de jaren 1930 geïntroduceerd. Het gebruikte verschillende chemische lagen om kleuren vast te leggen.
Slide 8 - Slide
Leg uit hoe kleurenfotografie werkt en wat het verschil is tussen kleurenfotografie en zwart-witfotografie.
Polaroid
De Polaroid-camera was de eerste direct-klaar camera. Het maakte gebruik van speciale film die onmiddellijk ontwikkelde en een afdruk produceerde.
Slide 9 - Slide
Beschrijf wat de Polaroid-camera was en hoe het werkte. Toon voorbeelden van Polaroid-foto's.
Digitale Fotografie
Digitale fotografie maakte het mogelijk om foto's te maken en op te slaan als digitale bestanden. Het gebruikte lichtgevoelige sensoren en elektronica om beelden vast te leggen.
Slide 10 - Slide
Leg uit hoe digitale fotografie werkt en wat de voordelen ervan zijn ten opzichte van traditionele fotografie.
Smartphone Fotografie
Smartphones hebben de manier waarop we foto's maken en delen veranderd. De meeste smartphones hebben ingebouwde camera's en apps om foto's te bewerken en te delen.
Slide 11 - Slide
Beschrijf hoe smartphones de fotografie hebben veranderd en waarom mensen graag foto's maken met hun smartphones.
Virtual Reality Fotografie
Virtual reality fotografie maakt het mogelijk om 360-graden beelden vast te leggen die kunnen worden bekeken met behulp van een VR-headset of op een computer.
Slide 12 - Slide
Leg uit wat virtual reality fotografie is en hoe het werkt.
Augmented Reality Fotografie
Augmented reality fotografie maakt gebruik van de camera van een smartphone om virtuele objecten te visualiseren in de echte wereld.
Slide 13 - Slide
Beschrijf wat augmented reality fotografie is en geef voorbeelden van hoe het wordt gebruikt.
Toepassingen van Fotografie
Fotografie wordt gebruikt in veel verschillende toepassingen, waaronder kunst, wetenschap, journalistiek, reclame en sociale media.
Slide 14 - Slide
Beschrijf de verschillende toepassingen van fotografie en vraag de studenten om voorbeelden te geven van elke toepassing.
Samenvatting
Fotografie heeft zich in de loop van de tijd sterk ontwikkeld, van de camera obscura tot de moderne digitale en smartphonefotografie. Elk type fotografie heeft zijn eigen unieke kenmerken en toepassingen.
Slide 15 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en leg uit waarom het begrijpen van de technische ontwikkeling van de fotografie belangrijk is.
Slide 16 - Video
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.