What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quizzzzz hoofdstuk 3
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wanneer begonnen de middeleeuwen?
A
500 jaar voor het begin van het Romeinse rijk
B
Toen het Romeinse rijk nog bestond
C
Toen het Romeinse rijk ophield te bestaan
D
500 jaar na het einde van het Romeinse rijk
Slide 2 - Quiz
Hoe noemen we het tijdvak dat rond het jaar 500 begon?
A
De tijd van rovers en heiligen
B
De tijd van leven van het land
C
De tijd van Grieken en Romeinen
D
De tijd van monniken en ridders
Slide 3 - Quiz
Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Daardoor is er steeds minder handel.
Weinig mensen durven te reizen; ook handelaren niet.
Daardoor wordt het heel onveilig in het land.
Roversbendes trekken stelend en moordend rond.
De Romeinen trekken zich terug uit Nederland.
Slide 4 - Drag question
Toen de Romeinse soldaten zich terugtrokken uit ons land, had dat een aantal gevolgen. Kies het juiste gevolg.
A
Het ging daardoor nog slechter met Rome
B
In ons land was nu niemand meer echt de baas
C
De jagers en verzamelaars kwamen weer naar ons land
D
Het is de tijd dat de handel echt opbloeit
Slide 5 - Quiz
Waarom werd het onveilig toen de Romeinen weg waren?
A
Alleen de Romeinen hadden goede wapens
B
Alleen de Romeinen wisten waar de rovers zaten
C
Er waren geen Romeinse soldaten meer voor bescherming
D
De Romeinen hadden alle rovers vrijgelaten
Slide 6 - Quiz
Maak de juiste combinaties
Voor de middeleeuwen
Na de middeleeuwen
mensen zijn aan het handelen
mensen verbouwen hun eigen voedsel
mensen reizen tussen steden
mensen durven niet meer te reizen
Slide 7 - Drag question
horige
heer
'Ik hoop dat mijn boerderij nooit wordt geplunderd.'
'Iedereen op mijn land doet wat ik zeg!'
'Ik moet van de heer zijn schapen scheren.'
'Ik ben geen vrij mens.'
'Ik bescherm mijn boeren!'
'Iedereen is veilig in mijn kasteel.'
Slide 8 - Drag question
Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer
Slide 9 - Quiz
Welke omschrijving past het beste bij de adel?
A
Boeren die in kleine boerderijen wonen
B
Soldaten die in een kasteel wonen
C
Machtige heren die de baas zijn over een groot stuk land
D
Horigen die een deel van de oogst moeten afstaan
Slide 10 - Quiz
Waaruit bestond een domein?
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 11 - Quiz
In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd
Slide 12 - Quiz
Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.
Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
A
Een horige
B
Een heer
Slide 13 - Quiz
Hoe noemen we de klusjes die de horige moest doen voor de landheer?
A
Slavenarbeid
B
pacht
C
klusjes
D
herendiensten
Slide 14 - Quiz
Deze boer moest veel herendiensten doen en mocht niet van het domein af:
A
Horige boer
B
Vrije boer
Slide 15 - Quiz
Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Zij vallen arme boeren aan.
De boer wordt dan een horige.
Bendes trekken rovend door het land.
De heer is de baas over hem en over zijn land.
Die vragen daarom bescherming bij de heer
Slide 16 - Drag question
Wat betekent het begrip:
"monnik"
A
Een geestelijke vrouw die in een klooster woont en werkt.
B
Iemand die naar de kerk gaat
C
Een geestelijke die het hoofd van een klooster is.
D
Een geestelijke man die in een klooster woont en werkt.
Slide 17 - Quiz
Zij leefden volgens de regels uit de bijbel
A
Christenen
B
Heidenen
Slide 18 - Quiz
Heidenen zijn...
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die Jezus volgde
C
Mensen die geloven in natuurgoden
D
tegenstanders van de moslims
Slide 19 - Quiz
Christendom
Germaans geloof
Heidenen
Kerken
Monnik
Thor
Heilige bomen
Geloof met één god
Slide 20 - Drag question
Koppel het juiste begrip aan de juiste groep mensen
Monnik
Heidenen
Slide 21 - Drag question
Wie van de volgende drie groepen hoort bij de derde stand?
A
Boeren
B
Koning
C
Priesters
D
Ridders
Slide 22 - Quiz
Waarom werd Mohammed weggejaagd uit Mekka?
A
De mensen in Mekka wilden geen handelaren meer
B
De mensen in Mekka waren tegen het geloof van Mohammed
C
De mensen in Mekka hadden geld nodig van Mohammed
D
Mohammed werd niet weggejaagd uit Mekka
Slide 23 - Quiz
Wat is het heilige boek van de islam
A
Bijbel
B
Koran
C
Silmarillion
D
Torah
Slide 24 - Quiz
Wat gebeurt er op de tekening?
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.
Slide 25 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 26 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 27 - Quiz
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 28 - Drag question
Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina
Slide 29 - Drag question
Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 30 - Quiz
Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam
Slide 31 - Quiz
Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam
Slide 32 - Quiz
Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.
Slide 33 - Quiz
De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden
Slide 34 - Quiz
De volgelingen van de islam zijn
A
boeddhisten
B
christenen
C
jihadisten
D
moslims
Slide 35 - Quiz
More lessons like this
Een nieuw geloof: de islam
May 2019
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Een nieuw geloof: de islam
May 2019
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Een nieuw geloof: de islam
November 2020
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Een nieuw geloof: de islam
May 2019
- Lesson with
41 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Herhalingsles H3 voor SO
February 2021
- Lesson with
26 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhalingsles Islam
February 2021
- Lesson with
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling voor SO 3.1 tot en met 3.3
March 2022
- Lesson with
28 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
M1H1 - Opdrachten Vroege Middeleeuwen (4.2 t/m 4.5)
June 2024
- Lesson with
34 slides