Herhalingsles H3 voor SO

Quizvragen H3 :) 
Log in op Lesson Up
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quizvragen H3 :) 
Log in op Lesson Up

Slide 1 - Slide

Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer

Slide 2 - Quiz

Waarom gaven de kleine boeren hun grond en vrijheid op?
A
Voor geld
B
Voor bescherming en veiligheid
C
Voor fame jwz toch
D
Tegen de eenzaamheid

Slide 3 - Quiz

Horige
Landheer
Domein

Slide 4 - Drag question

Wat is allemaal van de Heer?
A
Alle grond in het domein
B
Alle huizen in het domein
C
Alle spullen in het domein
D
A, B en C zijn allemaal goed.

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je de boeren die op een domein werken?
A
Horigen
B
Doven
C
Gewoon, boeren

Slide 6 - Quiz

Wat is een ander woord voor horige?
A
Baas
B
Hofstelsel
C
Akker
D
Boer

Slide 7 - Quiz

Onbetaald werk dat moet worden gedaan voor een heer
A
Domein
B
Horige
C
Privilege
D
Herendienst

Slide 8 - Quiz

Waaruit bestond een domein?
timer
0:20
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 9 - Quiz

Deze boer moest veel herendiensten doen en mocht niet van het domein af:
timer
0:20
A
Horige boer
B
Vrije boer

Slide 10 - Quiz

Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.

Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een heer

Slide 11 - Quiz

woeste grond
gebied heer
Horigen

Slide 12 - Drag question

Noem een herendienst

Slide 13 - Open question

Welk begrip hoort bij onderstaande omschrijving?
Systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde. Hij deed dit in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land

Slide 14 - Open question

Sleep mij
Ik ben de burger.
Sleep mij
Ik ben de geestelijke
Sleep mij
Ik ben de adel

Slide 15 - Drag question

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 16 - Quiz

Waarom wilden de Christenen de Heidenen bekeren?
A
Omdat ze graag kerst wouden vieren
B
Omdat ze goden van de heidenen eng vonden
C
Omdat ze geloofden dat hun geloof het beste geloof was.
D
Omdat de Christenen graag Nederland wouden hebben

Slide 17 - Quiz

Wie zijn Willibrord en Bonifatius?
A
Twee mannen uit de toppers
B
Twee monniken die het Christendom in Nederland wouden verspreiden
C
Twee goden van de Heidenen
D
Twee vrouwen die het Christendom in Nederland wouden verspreiden

Slide 18 - Quiz

GEESTELIJKHEID
ADEL
GEWOON VOLK

Slide 19 - Drag question


Wat gebeurt er op de afbeelding? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 20 - Quiz


Waar is de Islam ontstaan?
A
Saudie Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 21 - Quiz

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 22 - Drag question


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 23 - Quiz


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 24 - Quiz


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 25 - Quiz


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 26 - Quiz