What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WPA - les
Komma's en dubbele punten
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
This lesson contains
45 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Komma's en dubbele punten
Slide 1 - Slide
Komma's en dubbele punten
In deze les leren we:
- Waar in de zin je een komma moet zetten.
- Wanneer je in een zin gebruik maakt van een dubbele punt.
Slide 2 - Slide
Komma's
De komma is het
leesteken
dat aangeeft dat je even moet
pauzeren
tijdens het lezen van een zin.
Je hoort de komma als je een zin langzaam uitspreekt.
Slide 3 - Slide
Komma's
Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen maar het water was nog wel koud.
Slide 4 - Slide
Komma's
Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen maar het water was nog wel koud.
Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen, maar het water was nog wel koud.
Slide 5 - Slide
Komma's
Je gebruikt een komma:
- Tussen twee persoonsvormen
- Bij een opsomming
- Voor een voegwoord
(omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus)
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
- Als ik aan dit rad draai geef ik iemand de beurt.
Slide 7 - Slide
Voorbeelden
- Als ik aan dit rad draai, geef ik iemand de beurt.
Slide 8 - Slide
Voorbeelden
- Als ik aan dit rad draai, geef ik iemand de beurt.
Tussen twee persoonsvormen
Slide 9 - Slide
Voorbeelden
- Harun Donika en Marjem werken in een supermarkt.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden
- Harun, Donika en Marjem werken in een supermarkt.
Slide 11 - Slide
Voorbeelden
- Harun, Donika en Marjem werken in een supermarkt.
Bij een opsomming
Slide 12 - Slide
Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal want dan zijn we vrij.
Slide 13 - Slide
Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal, want dan zijn we vrij.
Slide 14 - Slide
Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal, want dan zijn we vrij.
Voor een voegwoord
(omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus)
Slide 15 - Slide
Wisbordjes
Schrijf de woorden op waar de komma tussen moet komen te staan.
(1 punt)
Tussen twee persoonsvormen, opsomming of voor een voegwoord.
(bonuspunt 0,5)
Slide 16 - Slide
Wisbordjes
voorbeeld:
We zijn vorig jaar naar Amsterdam Londen en Antwerpen gegaan.
Slide 17 - Slide
voorbeeld:
We zijn vorig jaar naar Amsterdam, Londen en Antwerpen gegaan.
Schrijf op:
Amsterdam, Londen
Bonuspunt:
Opsomming
Slide 18 - Slide
Wisbordjes: spelregels
1. Lees de zin op het digibord.
2. Overleg met je teamgenoot.
3. Schrijf het antwoord op.
4. Bordje met antwoord naar beneden op tafel.
5. Bordje omhoog op mijn teken.
Slide 19 - Slide
Wisbordjes
Omdat ze last van haar voet heeft kan ze niet de hele dag in de keuken staan.
timer
0:30
Slide 20 - Slide
Wisbordjes
Omdat ze last van haar voet heeft, kan ze niet de hele dag in de keuken staan.
heeft, kan
persoonsvorm
Slide 21 - Slide
Wisbordjes
Het menu van vandaag bestaat uit: een broodje gezond mini pizza en lasagne.
timer
0:30
Slide 22 - Slide
Wisbordjes
Het menu van vandaag bestaat uit: een broodje gezond, mini pizza en lasagne.
gezond, mini
Opsomming
Slide 23 - Slide
Wisbordjes
Vandaag blijven we binnen in de pauze want het regent.
timer
0:30
Slide 24 - Slide
Wisbordjes
Vandaag blijven we binnen in de pauze, want het regent.
pauze, want
voegwoord
Slide 25 - Slide
Wisbordjes
Voor schoolreisje kon je kiezen uit: Walibi Flevo Adventure of de Efteling.
timer
0:30
Slide 26 - Slide
Wisbordjes
Voor schoolreisje kon je kiezen uit: Walibi Flevo, Adventure of de Efteling.
Flevo, Adventure
opsomming
Slide 27 - Slide
Wisbordjes
Als om 12.30 de bel gaat mogen we naar huis.
timer
0:30
Slide 28 - Slide
Wisbordjes
Als om 12.30 de bel gaat, mogen we naar huis.
gaat, mogen
persoonsvorm
Slide 29 - Slide
Wisbordjes
Ik zit in de les maar ik wil liever thuis zijn.
timer
0:30
Slide 30 - Slide
Wisbordjes
Ik zit in de les, maar ik wil liever thuis zijn.
les, maar
voegwoord
Slide 31 - Slide
Wisbordjes
De uitslag
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Video
Werkblad
Maak opdracht 1,2 en 3
timer
15:00
Klaar? Maak 4 en 5
Slide 34 - Slide
Opdracht 1
Slide 35 - Slide
Opdracht 2
Slide 36 - Slide
Opdracht 3
Slide 37 - Slide
Werkblad
Maak opdracht 4
timer
7:00
Klaar? maak 5
Slide 38 - Slide
Opdracht 4
Slide 39 - Slide
Dubbele punt
De dubbele punt (:) geeft aan dat je even moet pauzeren tijdens het lezen.
Je plaatst een dubbele punt:
- voor een opsomming.
- als je uitleg geeft bij iets wat je eerder in de zin
hebt gezegd.
Slide 40 - Slide
Dubbele punt
Er ging veel mis we kregen een klapband we waren de weg kwijt en de bus kwam te laat.
Slide 41 - Slide
Dubbele punt
Er ging veel mis we kregen een klapband we waren de weg kwijt en de bus kwam te laat.
Er ging veel mis: we kregen een klapband, we waren de weg kwijt, en de bus kwam te laat.
Slide 42 - Slide
Werkblad
Maak opdracht 5
timer
7:00
Slide 43 - Slide
Opdracht 5
Slide 44 - Slide
Komma's en dubbele punten
In deze les hebben we geleerd:
- Waar in de zin je een komma moet zetten.
- Wanneer je in een zin gebruik maakt van een dubbele punt.
Slide 45 - Slide
More lessons like this
WPA - les
May 2022
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Les 37 - interpunctie - komma en dubbele punt
January 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling H1 - Leestekens 1
August 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Leestekens
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leestekens
March 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Interpunctie basis
February 2021
- Lesson with
23 slides
NT2
Beroepsopleiding
Taalverzorging 1
May 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Hoofdstuk 5 Spelling: lastige leestekens
March 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3