This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
WELCOME!
Slide 1 - Slide
TODAY
Homework check: 11, 12, 17, 18, 19
Repetition: past simple + present perfect
Repetition: passive
Reading skills
Slide 2 - Slide
HOMEWORK
Exercise 11, 12, 17, 18, 19
Slide 3 - Slide
Exercise 11
have seen
was
has spent
has lived
paid
has practised
believed
gave
Slide 4 - Slide
Exercise 12
wanted
worked
have saved
went
bought
have never had
have you been
have you thought
Slide 5 - Slide
Exercise 17
busking
B
2: introduction; 3 example; 4: extra information; 5: introduction; 6: example
C
Slide 6 - Slide
Exercise 18
1, 2, 3, 5, 7, 8
Slide 7 - Slide
Exercise 19
Ze onder ogen zien.
Dat je er alleen vanaf komt door op te treden.
Het spelen van muziek voor een klein publiek op straat, waarbij mensen je geld geven.
Oudere muzikanten spelen minder op straat, omdat ze vaak betaalde optredens hebben.
Of ze zijn er erg bang voor of ze kennen totaal geen angst.
Hij was te jong om bang te zijn en hij kon de kunst afkijken van zijn oudere broer.
Ze kunnen optreden op de boerenmarkt, ze kunnen optreden vanaf een dieplader of in Wild Joe's Coffee Shop.
Vraag toestemming, kies de juiste locatie en kies je repertoire zorgvuldig uit.
Slide 8 - Slide
GRAMMAR
Slide 9 - Slide
PAST SIMPLE
Je gebruikt de PAST SIMPLE om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Je gebruikt de 2de vorm uit het rijtje bij de onregelmatige werkwoorden, of door -ed toe te voegen bij regelmatige werkwoorden.
They saw the same film yesterday.
Slide 10 - Slide
PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT
Je gebruikt de PRESENT PERFECT om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is, om te praten over ervaringen en om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daarvan nu resultaat merkt. Je maakt deze vorm met HAVE of HAS + het voltooid deelwoord (de 3de in het rijtje of -ed bij regelmatige werkwoorden)
Ciara has been an avid gamer since the age of ten.
Slide 11 - Slide
TEST YOURSELF
Let's get our brains warmed up
Slide 12 - Slide
Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen
A
past simple
B
present perfect
Slide 13 - Quiz
Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is
A
past simple
B
present perfect
Slide 14 - Quiz
Herken de vorm: "He has been outside since 7:00 am."
A
past simple
B
present perfect
Slide 15 - Quiz
Herken de vorm: "Last night I ran home."
A
past simple
B
present perfect
Slide 16 - Quiz
LET'S GO!
We'll practise some more
Slide 17 - Slide
The Vandals ... (invade) Rome in the year 455
Slide 18 - Open question
She ... (visit) her grandma last month.
Slide 19 - Open question
He ... (be) here all morning
Slide 20 - Open question
... (you, see) Julie today?
Slide 21 - Open question
She ... (be) born in 1994.
Slide 22 - Open question
That woman ... (work) here since 2019.
Slide 23 - Open question
PASSIVES
Exercise: passives in the past simple and the present perfect
Past simple: was/were + 3
Present perfect: has/have been + 3
Slide 24 - Slide
The battle of Hastings ... (fight) in 1066.
Slide 25 - Open question
Your room ... (not clean) since last month.
Slide 26 - Open question
I heard that he ... (arrest) by the police last week.