Aanwijzend voornaamwoord 30-01-2024

Herhalingsles chapitre 3 en 5

- Aanwijzend voornaamwoord
- vouloir en pouvoir
- Ontkenning
- Vragen stellen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Herhalingsles chapitre 3 en 5

- Aanwijzend voornaamwoord
- vouloir en pouvoir
- Ontkenning
- Vragen stellen

Slide 1 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord
Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 2 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 3 - Quiz

Een aanwijzend voornaamwoord is..:
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 4 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord
...............fille (v)
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 5 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ manteau (m)
A
ce
B
cette
C
ces
D
cet

Slide 6 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
_______ monsieur (m)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 7 - Quiz

Het aanwijzend voornaamwoord

__ critiques (v)
A
ce critiques
B
cet critiques
C
cette critiques
D
ces critiques

Slide 8 - Quiz

Welk aanwijzend voornaamwoord?
_____ acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quiz

Vul het aanwijzend voornaamwoord in!
homme (m)
timer
0:30

Slide 10 - Open question

Vul het aanwijzend voornaamwoord in!
hommes
timer
0:30

Slide 11 - Open question