hoofdstuk 4 lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Week 4: lezen H4 blz 142

Reclame

Column

Reclame is overal

Wat is reclame? 

Reclame

Soorten reclame:

• commerciële reclame

• ideële reclame

Sluikreclame

Welk woord herken je in het woord 'ideële'? Wat zou ideële reclame dan zijn?

1. Ideële reclame
2. Commerciële reclame

1. Ideële reclame
2. commerciële reclame

1. Ideële reclame
2. Commerciële reclame

1. Ideële reclame
2. commerciële reclame

1. Ideële reclame
2. commerciële reclame

1. Ideële reclame
2. Commerciële reclame

Wat is sluikreclame?

1. stiekeme reclame
2. reclame die duur is
3. reclame voor sluik haar

Wat is een voorbeeld van sluikreclame?

1. Een inhaker van Bol.com op de relatiebreuk van Wes en Yolanthe
2. Een reclame in je Facebookoverzicht
3. Een bepaald merk frisdrank dat in beeld komt bij GTST
4. Een artikel in een tijdschrift over de voordelen van botox

Reclame

Doel: activeren

Commerciële reclame: heeft als doel om mensen tot iets over te halen om er geld aan te verdienen

Ideële reclame: heeft een idealistisch doel en probeert mensen te beïnvloeden met een boodschap over een maatschappelijk thema. 

Beeld = belangrijk!

Aan de slag...

Maken opdracht  1 tot en met 6 op blz 142

Deze les ga je leren...

...welke kenmerken een column heeft

https:

Kenmerken column

• Verschijnt regelmatig in tijdschrift/krant (kranten hebben vaak vaste columnisten)
• Lengte verschilt
• Informeel en persoonlijk (‘ik’)
• Standpunt innemen
• Lezer verrassen
• Tekstdoel: aan het denken zetten/informeren/amuseren/overtuigen
• Humor
• Actueel
• Taalgebruik: beeldspraak en stijlfiguren
• Inhoud is moeilijk te typeren/groeperen. Auteur bepaalt zelf waar hij over schrijft. Voorbeeld:  persoonlijke belevenissen, iets wat auteur is opgevallen, reactie op politieke of maatschappelijke zaken, iets waar auteur zich aan ergert

https:

https:

Lees de (ironisch) column op de vorige slide
Hoe is een column opgebouwd?

https:

Aan de slag!

Lees de column op de vorige slide nog eens en ga op zoek naar:

• Beeldspraak en stijlfiguren
• Overdrijving
• Opsomming
• Gebruik van bijvoeglijke naamwoorden

Vul de voorbeelden in op de volgende slide.

Lees de column nog eens en ga op zoek naar:
Beeldspraak en stijlfiguren
Overdrijving
Opsomming
Gebruik van bijvoeglijke naamwoorden

Ik weet welke kenmerken een column heeft.

1. Ja
2. Nee

Ik weet hoe een column kan worden opgebouwd en kan een column herkennen.

1. Ja
2. Nee

Aan de slag!

Maak opdracht 8, 9 en 10 op blz 144 en verder.

Maak de leestaak op blz 148 en 149