Thirty seconds

• Engels
• Middelbare school
• MBO
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3

30 seconds

 De spelers vormen teams. Spelers van een team krijgen om de beurt 30 seconden om  zoveel mogelijk van de begrippen op een kaartje te omschrijven. Hoe meer begrippen je teamgenoten raden, hoe meer muntjes je verdient. 

30 seconds

- Lees de drie woorden en begin met het makkelijkste woord

- Je mag het woord niet noemen, ook geen gedeelte van het woord. Een vertaling is niet toegestaan. Aanwijzen mag ook niet. Je moet het woord dus zo snel en slim mogelijk omschrijven. 

1.  Kruidentuin

2. Fietspomp

3. Moe

1.  Huwelijk

2. Zalf

3. Broer

1.  Bloemen

2. Vrijgezel

3. Winkelen

1.  Echtgenoot

2. Papiermolen

3. Klein

1. Vuilniszak

2. Donker

3. Verliefd

1.  Buurvrouw

2. Bezem

3. Tram

1. Zolder

2. Huisgenoot

3. Banaan

1.  Kapstok

2. Familie

3. Draaiorgel

1.  Sleutels

2. Sport

3. Baby

1.  Het kussen

2. Zwaar

3. Foto

1.  Voetbal

2.  Vriend

3.  Museum

1.  Gezin

2. Dierentuin

3. Afspraak

1.  Jurk

2. Boerderij

3. Vakantie

1.  Blij

2. Eten

3. Kerk

1.  Docent

2. Trompet

3. Geintje

1.  Douche

2. Oud

3. Schaap

1.  Object

2. Tuinslang

3. Verslapen

1.  Collega

2. Uitnodiging

3. Huilen

1.  Nagelschaartje

2. Gestresst

3. Lunch

1.  Huiswerk

2. Koffie

3. Alleen

1.  Stoffer en blik

2. Hobby

3. Opleiding

1.  Relatie

2.  Kubus

3.  Vaatwasser

1.  Driehoek

2. Gieter

3. Open

1.  Zomer

2. Strijkbout

3. Cilinder

1.  Melden

2. Vierkant

3. Verliefd

1.  Bang

2. Tandenborstel

3. Cirkel

1.  Zich scheren

2. Piramide

3. Afstandsbediening

1.  Schoenen

2. Kiloknaller

3. Actief

1.  Diploma

2. Kado 

3. Rechthoek

1.  Tijdschrift

2. Bioscoop

3. Bol

1.  Wekker

2. Keuken

3. Zich verslapen

1.  Vliegticket

2. Balk

3. Stekker

1.  Jas

2. School

3. Mager

1.  Werkwoord

2. Kam

3. Groen

1.  Verleiding

2. Groente

3. Ruit

1.  Boek

2. Vogel

3. Kiezen