Lesweek 7 + 8 Voeding en vocht

Voeding en Vocht
1 / 38
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Voeding en Vocht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Schijf van vijf
  • Veel groente en fruit
  • Vooral volkoren producten
  • minder vlees en meer plantaardige producten
  • voldoende zuivel
  • per dag een handje ongezouten noten
  • zachte of vloeibare smeer - en bereidingsmiddelen
  • voldoende vocht 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Moodboard
Kijk nog eens naar jullie moodboard:
  • Is dat wat jullie eten volgens de schijf van vijf?
  • Wat doe je al goed?
  • Wat kan beter?

Bespreek dit in een groep van 4 personen, daarna plenaire terugkoppeling

timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Ondergewicht BMI onder 18,5
Ontstaat door; gebrek aan eetlust, kauw- en slikproblemen, slechtwerkende darm, bijwerkingen van medicijnen, angst, eenzaamheid, verdriet, depressiviteit
Overgewicht BMI boven 25
Ontstaat door: genetische aanleg, medicijnen, mentale factoren, zwangerschap

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wist je dit?
  • Eetstoornissen komen niet alleen voor bij jongeren
  • Eetstoornissen komen meer bij vrouwen dan bij mannen voor
  • De gemiddelde leeftijd van iemand met een eetstoornis is 32 jaar
  • De gemiddelde duur van een eetstoornis is 6 tot 7 jaar
  • Een eetstoornis wordt in 25% van de gevallen chronisch
  • Boulimia komt in de steden 5 keer vaker voor dan op het platteland.  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rol van verpleegkundige
  1. Zorgbehoefte vaststellen v/d zorgvrager tot voeding en vocht
  2. Voedingsproblemen herkennen
  3. Vochtinname bevorderen, vochtbalans opmaken en beoordelen
  4. Gezonde voedingsgedrag bevorderen, advies geven
  5. Motiveren om aan het dieet te houden
  6. Eten en drinken voorbereiden, aanbieden
  7. Sondevoeding geven of infuuszakje aanhangen
  8. Wegen en lengte bepalen
  9. Verleende zorg evalueren en rapporteren.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Meneer Jørgensen heeft in het verleden een CVA gehad. Hij heeft ook de ziekte van Alzheimer. De laatste tijd verslikt hij zich steeds vaker in zijn eten en drinken. Op basis van je observaties heb je acties ondernomen om de kans op verslikken te verkleinen maar het komt nog steeds regelmatig voor. Je merkt dat hij weinig controle heeft over het kauwen en slikken.
Welke hulpverlener kun je nu het beste inschakelen voor meneer?
A
Ergotherapeut
B
Logopedist
C
Fysiotherapeut
D
Gedragsdeskundige

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke handeling is zinvol om een zorgvrager met dementie meer te laten eten en drinken?
A
Je biedt dranken aan in een witte of gele beker
B
Je biedt vocht ook aan in de vorm van fruit of zuivel
C
Je zorgt dat er altijd wat te drinken op tafel staat
D
Je zondert de bewoner af van de groep door alleen op haar kamer te eten.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Je begeleidt mevrouw El Hamdou bij het eten. In haar dossier heb je gelezen dat ze overgevoelig is voor bepaalde voedingsmiddelen. Nog voor het dessert zegt ze: 'Ik heb ineens een heel rare metaalsmaak in mijn mond. En mijn huid prikt en jeukt.'
Wat kun je nu het beste doen?
A
Extra water laten drinken
B
Geen aandacht aan besteden, gaat vanzelf over
C
Haar in bed laten rusten
D
Haar neerleggen en medicatie halen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van kalium in het lichaam?
A
Opbouw van gebit en botten
B
Voor de vochthuishouding
C
Overdracht van zenuwprikkels

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is er sprake van een negatieve vochtbalans?
A
Als de vochtbalans niet lang genoeg is bijgehouden
B
Als de vochtbalans een zinloze handeling is
C
Als de zorgvrager meer vocht inneemt dan uitscheidt
D
Als de zorgvrager meer vocht uitscheidt dan inneemt.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions