Brugklas Vragende en Ontkennende zinnen
1 / 19
Lesson duration is: 70 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Maak een vragende zin van:
They like to eat brownies.
They like to eat brownies.
Slide 6 - Open question
Maak een vragende zin van:
She rides her bicycle to school.
She rides her bicycle to school.
Slide 7 - Open question
Maak een vragende zin van:
They focus in class.
They focus in class.
Slide 8 - Open question
Maak een vragende zin van:
Maria and Ben listen to podcasts.
Maria and Ben listen to podcasts.
Slide 9 - Open question
Maak een vragende zin van:
Frank listens to podcasts.
Frank listens to podcasts.
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Maak een ontkennende zin van:
They are brothers.
They are brothers.
Slide 13 - Open question
Maak een ontkennende zin van:
Maria goes to this school.
Maria goes to this school.
Slide 14 - Open question
Maak een ontkennende zin van:
Luke and Peter share their food.
Luke and Peter share their food.
Slide 15 - Open question
Maak een ontkennende zin van:
Filipe eats toast every morning.
Filipe eats toast every morning.
Slide 16 - Open question
Maak een ontkennende zin van:
He is a doctor.
He is a doctor.
Slide 17 - Open question
Maak een ontkennende zin van:
Carol is sick.
Carol is sick.
