Klankverhaal 'Bij mij Thuis'

Klankverhaal 'Bij mij Thuis'
Groep 4
'Tien minuten verhalen' van Selma Noort en Natascha Stenvert
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Klankverhaal 'Bij mij Thuis'
Groep 4
'Tien minuten verhalen' van Selma Noort en Natascha Stenvert

Slide 1 - Slide

Deze les richt zich op een klankverhaal maken van het verhaal 'Jij bent erbij!' uit de thematitel van de Kinderboekenweek: 'Tien minuten verhalen' van Selma Noort en Natascha Stenvert. Het verhaal is opgenomen in deze les! Ook de andere verhalen uit het boek zijn geschikt voor klankverhalen. Nieuwsgierig naar de andere verhalen? Bekijk of het boek in de schoolbibliotheek staat of leen het boek bij je dichtstbijzijnde Forumbibliotheek.

Dit boek staat boordevol herkenbare, aansprekende verhalen op AVI-niveau M4 en E4. In elk verhaal gebeurt er iets grappigs in het samengestelde gezin met zes kinderen, een inwonende opa en hun huisdieren. Ieder kind kan zich wel identificeren met een personage.
Het is een vrolijk boek met herkenbare gebeurtenissen. In ieder verhaal heeft een kind de hoofdrol.

Vertel de leerlingen wie de personages in het boek zijn en welke onderlinge relaties er zijn. Vraag aan de leerlingen uit wat voor gezin zij zelf komen. En welke familieleden bij hen thuis wonen. Hebben zij misschien broertjes, zusjes of stiefbroertjes en stiefzusjes. Wonen ze op één adres of hebben ze  twee huizen bijvoorbeeld als papa en mama niet meer bij elkaar wonen? Hoe is dat?
Wat is een klankverhaal?

Een klankverhaal of hoorspel is een verhaal waarin je zelf de geluiden maakt die er in voorkomen. Hiervoor kun je muziekinstrumenten gebruiken, maar vaak kun je met de stem of je lichaam de geluiden ook nabootsen. Wees hier fantasievol in, en bedenk zelf hoe een geluid klinkt, en hoe je dat goed na kunt
doen

Slide 2 - Slide

Vraag de leerlingen wat een klankverhaal is. Laat ze eerst zelf een uitleg geven.

Een klankverhaal of hoorspel is een verhaal waarin je zelf de geluiden maakt die er in voorkomen. Hiervoor kun je muziekinstrumenten gebruiken, maar vaak kun je met de stem of je lichaam de geluiden ook nabootsen. Wees hier fantasievol in, en bedenk zelf hoe een geluid klinkt, en hoe je dat goed na kunt
doen
Kijkvraag: 
Op welke manieren maken Tommie, Ieniemienie, Pino en Lot geluiden bij het verhaal Bruine bonen met spek?

Slide 3 - Slide

Vertel de kinderen dat ze zo een filmpje gaan kijken waarin er een klankverhaal gemaakt wordt. Geef ze voor het kijken de luistervraag mee. Laat de leerlingen eventueel meeschrijven.

Slide 4 - Video

Na het kijken van het filmfragment bespreek je het filmpje kort na met de kinderen. Welke spullen werden er gebruikt in het filmpje om geluiden te maken en wat werd er verbeeld door deze geluiden?
Welke geluiden hoor je in huis?

Welk geluid hoor je?
Waar zie je het op de kijkplaat?



Slide 5 - Slide

Welke geluiden hoor jij in jouw huis?
Praat met de leerlingen over welke geluiden ze in hun huis zoal tegenkomen. Laat ze eventueel een minuut hun ogen sluiten en luisteren wat ze zoal in het klaslokaal horen. Laat ze de geluiden noteren op een blad.

Geluiden Quiz
Laat de leerlingen raden welke geluiden ze horen onder de knoppen en aanwijzen waar in het huis op de kijkplaat je het kunt vinden.
Zelf een klankverhaal maken
Luister naar het verhaal
Waar kun je geluid bij maken?
1. Jij bent er bij!

Slide 6 - Slide

We gaan nu zelf een klankverhaal maken net als Ienie, Tommie, Pino en Lot in het filmpje. Daarvoor gebruiken we het eerste verhaal uit het boek 'Tien minuten verhalen'. Het heet 'Jij bent erbij!'
Lees het verhaal voor of luister naar het ingesproken fragment. Probeer alvast te bedenken bij welke delen in het verhaal je geluid zou kunnen maken



-Maak groepjes van 3 tot 4 leerlingen.

-Verzamel voorwerpen uit de klas. 
Dit kan van alles zijn: schriften, boeken, pennen, potloden, dozen, bekers, tafels, maar ook de muur, de vloer en het raam kunnen meedoen.

-Probeer de voorwerpen uit. 
Op wat voor manieren kun je er geluid mee maken? 

Slide 7 - Slide

Bespreek kort hoe je geluiden zou kunnen maken met je lichaam of met wat er in de omgeving is.
• Gebruik je lichaam: fluit, neurie, klak met je tong,
knip met je vingers, trommel op je benen, etc.
• Gebruik wat je aan hebt: beweeg je rits, rammel
je ketting, knip met je haarspeld, etc.
• Gebruik je omgeving: wrijf over ribbels, tik tegen
iets aan, doe een la of deur open en dicht, etc.
• Wees creatief en zoek nieuwe geluiden: blaas,
tokkel, schud, wrijf, kraak, scheur, etc
• Eventueel kun je hier zelfgemaakte
muziekinstrumenten gebruiken.
Spreek een aantal regels voor het
experimenteren af:
• Blijf zoveel mogelijk bij je eigen team
• Maak elk geluid kort. Laat pauzes vallen,
zodat andere teams hun geluiden ook
kunnen horen.
• Maak geen hele harde geluiden.
Laat de teams experimenteren. Wat voor
geluiden kunnen ze maken? Hoe klinkt
dat? Wat voelen ze erbij? Waar moeten
ze aan denken? Vraag de teams om hun
ontdekkingen te noteren.
Bespreek na een minuut of tien kort wat
leerlingen hebben ontdekt.
Hoe klinkt rennen? of een duik onder de tafel?
Tel hardop!
Hoe klinkt een tas die op tafel wordt gezet? Is het een papieren tas, een plastic tas? denk na!
Wat voor geluid maakt het als opa onder de tafel kijkt? Ritselt het tafellaken? Bonkt hij tegen de tafel?
Hoe klin
Hoe klinkt een pak wc papier die gegooid wordt? Waarmee zou je dat kunnen nabootsen?
Hoe klinkt het piepen van schrik? Kun je dat nabootsen met je lichaam? of een voorwerp?
Hoe klinkt de kelderdeur die dichtgegooid wordt?

Slide 8 - Slide

Verdeel het verhaal in net zoveel stukken als je teams hebt en nummer ze. Kopieer dit genummerde verhaal voor elk team. Omcirkel bij elk verhaal een ander nummer.

Geef elk team een deel van het verhaal.
(Je zou ook een heel verhaal per groepje kunnen geven aangezien het korte verhalen zijn!)

Vraag de teams om na te denken over de geluiden die kunnen voorkomen in hun stuk tekst. Welk geluid hoort daarbij? Waarmee kun je dat maken?
(Op de dia vind je vragen onder de hotspots die helpen bij het zoeken naar geluiden.)

Laat de leerlingen dit uitproberen en opschrijven.  Leerlingen mogen meerdere ideeën opschrijven, hoe meer hoe beter.

In elk groepje leest één leerling voor en maken de andere leerlingen de geluiden bij het verhaal.


Hoe klinkt het traplopen? Kraakt de trap?
Hoe Probeer verschillende materialen uit waar je op kan kloppen.klinkt het bonzen? Dof, galmend? 
Hoe klinkt de deur die opengaat? Piept de deur?
Hoe klinkt een zucht? Probeer eens verschillende manieren van zuchten uit.
Hardop tellen..
Hoe klinkt het lopen op de trap?
Hoe klinkt het als opa een duwtje krijgt? Misschien struikelt hij of stoot hij ergens tegen aan en valt er iets om?
Hoe klinkt het als je een gordijn open doet? Hoe kun je dat uitbeelden?

Slide 9 - Slide

1. Jij bent erbij!

Storm, Zach en Josje verstoppen zich.
Opa zit op de bank in de kamer.
‘Eén, twee, drie…’ telt hij met zijn ogen dicht.
Zacht rent de keuken in en duikt onder de tafel.
Josje sluipt de trap op en verstopt zich in de kast onder de trap.
‘……negen, tien, wie niet weg is, is gezien!’ roept opa.

Pieter komt de keuken in en zet een tas op tafel.
Hij is de vader van Storm en Josje.
Opa komt ook de keuken binnen en kijkt rond.
‘Zoek je iets pa?’ vraagt Pieter.
‘Ja, drie kinderen,’ bromt opa.
Onder de tafel houdt Zach zijn adem in.
‘Nou ik zie hier niemand,’ zegt Pieter.
‘Dus ga ergens anders maar zoeken, graag.
Ik wil de boodschappen opbergen.’
‘Wacht even…’zegt opa.
Ineens kijkt hij onder de tafel.
‘Ha, die Zach, jij bent erbij!’ roept hij.
Zach kruipt onder de tafel uit.
‘Nu die twee anderen nog,’ zegt opa tegen hem.

Samen gaan ze naar boven.
Pieter heeft een pak wc-papier gekocht.
Hij trekt de deur van de trapkast open
En mikt het naar binnen.
Zonder te kijken.
Op het hoofd van Storm.

Die piept van schrik, ook al doet het geen pijn.
Maar dan schrikt hij nog veel erger.
Want Pieter doet de deur dicht.
En binnen in de trapkast zit geen deurknop!
Nu kan hij er niet meer uit!

Boven gluurt opa onder Josjes bed.
‘Ha, jij bent erbij!’ roep hij.
Ze lopen de trap weer af.
‘Nu Storm nog,’ zegt Josje.
‘Die jongen kan ik nooit vinden!’ moppert opa.

Toch hoeft hij deze keer niet lang te zoeken.
Iemand bonkt tegen de deur van de trapkast.
‘Help! Help! Ik kan er niet uit!’
Ze horen het allemaal, Pieter ook.

Josje trekt de kastdeur open.
Storm komt de trapkast uit.
Met een boos gezicht kijkt hij naar Pieter.
‘Jij gooide een pak wc-papier op mijn kop,’ zegt hij.
‘En daarna sloot je me op!’
‘Ja zeg, luister eens even,’ zegt Pieter.
‘Ik kon toch niet weten dat jij daar zat!’

‘Nu moet jij hem zijn, Storm,’ zegt opa.
Storm zucht en sloft naar de kamer.
Hij begint te tellen: ‘Eén, twee, drie…’
Zach en Josje trekken opa mee de trap op.
‘Kom, opa, onder het grote bed!’ zegt Zach.
‘Nee joh, dat past toch niet!’ zegt Josje.
Ze geeft opa een duwtje.
‘Ga maar achter het gordijn staan, opa.
Dat lukt nog wel met je dikke buik.’

Presenteren

Slide 10 - Slide

Klaar? Laat de groepjes hun deel van het verhaal direct achter elkaar voorlezen. Als elk groepje een eigen verhaal heeft kun je ze ook laten presenteren voor de klas. Ook leuk als presentatie aan de ouders tijdens de afsluiting van de Kinderboekenweek.

Helemaal leuk als je er een opname van maakt. Of de kinderen hun eigen stukjes laat opnemen. Gebruik hiervoor een gsm of I-pad.
Meer hoorspelen beluisteren in de klas?

Slide 11 - Slide

Op de site van de online jeugdbibliotheek kun je met je Forum bibliotheekpas gratis allerlei hoorspelen en luisterverhalen beluisteren.
Bijvoorbeeld die van Harmen van Straaten  'Je bent super...Jan!'