schrijfvaardigheid voorbereiding betoog

Welkom allemaal!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!

Slide 1 - Slide

Vandaag:
aandacht voor taalverzorging:
- hoofdletters
- leestekens
- samenstellingen
- verwijswoorden

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
- aan het begin van een zin
- na een dubbele punt (Jan vroeg: 'Wil je geld lenen?')
- namen
- overheidsinstellingen als deze uniek zijn (Europees Parlement,
   de Tweede Kamer, Ministerie van Financiën)
- merken (Microsoft, Douwe Egberts, Volkswagen, Red Bull,
                     Coca Cola) 

Slide 3 - Slide

Geen hoofdletters
- generieke namen (energiedrankjes, de overheid, de politie)
- algemene functies en beroepen (burgemeester, manager)
- (religieuze) stromingen (boeddhisme, christendom, joods,
    moslim, rooms-katholiek)
- samenstellingen van feestdagen (nieuwjaarsdag, bevrijdings-
   festival, oud en nieuw, kerstvakantie, sinterklaasavond)

Slide 4 - Slide

Verwijswoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Opdracht: 
Tekst kruisspin: Plaats hoofdletters en vul de verwijswoorden in.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Komma's
- voor 'maar' , 'want',  'omdat', 'waardoor', 'zoals', 'en'
- tussen 2 werkwoorden uit verschillende werkwoordelijk 
   gezegdes (als je geen aantekeningen hebt gemaakt, weet je
   niet goed waar de les over ging)
- tussen 2 bijv.nw (ik erger me aan zijn stomme, flauwe grappen)
- als er een pauze klinkt tussen 2 woorden

Slide 8 - Slide

Samenstelling 
= een woord dat uit twee of meer delen bestaat, die ook als
    losse woorden bestaan (rugzak, rugzaktoerisme).
- Samenstellingen schrijf je aan elkaar.
- Samenstellingen hebben vaak 1 hoofdklemtoon, meestal op
  het eerste deel (áchterzak, kóókplaat, benzíne-auto's,
  energíedrankjes, vúúrwerkexplosie, schóóluniform).
- Ook werkwoorden (kennismaken) en bijv.nw (donkergroen)

Slide 9 - Slide

Opdracht
Tekst 'Bijzondere ontmoeting'

- Vul in de hoofdletters en punten.
- Op de open plekken vul je het juiste verwijswoord in.

Slide 10 - Slide

Let op: ECHTER en KORTOM
-Echter, sommige mensen vinden..............
-Daar ben ik het echter niet mee eens.
-Sommige mensen vinden echter dat..........

-Kortom: ik vind dat de maatregel om.. moet worden afgeschaft!
-Ik vind, kortom, dat deze maatregel direct moet worden
  afgeschaft.

PS: begin een zin niet met: Omdat, Maar, Want, En.

Slide 11 - Slide

En verder:
- de woorden 'betoog', 'argument' en 'standpunt' gebruik je
   niet in je betoog . 
- zorg voor een korte, pakkende titel zonder het woord 'betoog'.
- begin je zinnen niet met 'Omdat', 'Want', 'En', 'Daardoor'.
- geen argumenten in je inleiding zetten!
- geen nieuwe informatie in je slot. Je herhaalt je 2 of 3
   argumenten.

Slide 12 - Slide