Wat moet je leren voor rep. H3?
Fictie: 3.2 (personen in verhalen - dikgedrukte begrippen)
Grammatica (zinsontleding): alles t/m het lijdend voorwerp
Grammatica (woordsoortbenoeming): lw, znw, bnw, ww en vz
Spelling: werkwoordspelling persoonsvorm, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord, hoofdletters en kleine letters
Over taal: opdracht 1 en 2, 3.11 (voor- en achtervoegsels) en verwijswoorden
Lezen: alles wat je tot nu toe hebt gehad met de theorie van H3
Schrijven: je weet hoe je een formulier moet invullen.